Nederlands
Uitgebreide vertaling voor omgieten (Nederlands) in het Duits
omgieten:
-
omgieten
umschütten-
umschütten werkwoord (schütte um, schüttest um, schüttet um, schüttete um, schüttetet um, umgeschüttet)
-
Conjugations for omgieten:
o.t.t.
- omgiet
- omgiet
- omgiet
- omgieten
- omgieten
- omgieten
o.v.t.
- omgoot
- omgoot
- omgoot
- omgoten
- omgoten
- omgoten
v.t.t.
- ben omgoten
- bent omgoten
- is omgoten
- zijn omgoten
- zijn omgoten
- zijn omgoten
v.v.t.
- was omgoten
- was omgoten
- was omgoten
- waren omgoten
- waren omgoten
- waren omgoten
o.t.t.t.
- zal omgieten
- zult omgieten
- zal omgieten
- zullen omgieten
- zullen omgieten
- zullen omgieten
o.v.t.t.
- zou omgieten
- zou omgieten
- zou omgieten
- zouden omgieten
- zouden omgieten
- zouden omgieten
en verder
- heb omgoten
- hebt omgoten
- heeft omgoten
- hebben omgoten
- hebben omgoten
- hebben omgoten
diversen
- omgiet!
- omgiet!
- omgoten
- omgietend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Vertaal Matrix voor omgieten:
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
umschütten | omgieten | omduwen; omgooien; omkiepen; omkieperen; omstoten; omvergooien; omverstoten; omverwerpen; omwerpen; overgieten; overschenken; overstorten |