Overzicht
Nederlands naar Duits:   Meer gegevens...
  1. objectief:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor objectief (Nederlands) in het Duits

objectief:

objectief bijvoeglijk naamwoord

  1. objectief (onpartijdig)
    objektiv; sachlich; kalt; geschäftlich; nüchtern; dürr; dienstlich; unbestechlich; unparteiisch

Vertaal Matrix voor objectief:

BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
dienstlich objectief; onpartijdig commercieel; door dienst; niet beschonken; nuchter; op winst gericht; tot de dienst behorend
dürr objectief; onpartijdig bar; benig; broodmager; dor; droog; koud; laag van temperatuur; onbegroeid; schraal; schriel; uitgemergeld; uitgeteerd; verdord
geschäftlich objectief; onpartijdig beroepsmatig; commercieel; niet beschonken; nuchter; op winst gericht
kalt objectief; onpartijdig afstandelijk; bitterkoud; doodgemoedereerd; doodkalm; fris; guur; ijskoud; ijzig; kil; koel; koud; koud en vochtig; steenkoud
nüchtern objectief; onpartijdig doodgemoedereerd; doodkalm; eenvoudig; fris; frisjes; gemoedereerd; koel; matig; niet beschonken; nuchter; sober; zakelijk
objektiv objectief; onpartijdig niet beschonken; nuchter
sachlich objectief; onpartijdig daadwerkelijk; eenvoudig; feitelijk; in feite; in werkelijkheid; inhoudelijk; koel; matig; niet beschonken; nuchter; sober; wat de inhoud betreft; werkelijk; zakelijk
unbestechlich objectief; onpartijdig onomkoopbaar
unparteiisch objectief; onpartijdig indifferent; laconiek; lauw; neutraal; ongevoelig; ongeïnteresseerd; onverschillig; onzijdig

Wiktionary: objectief

objectief
adjective
  1. nicht von persönlichen Gefühlen oder Meinungen bestimmt

Cross Translation:
FromToVia
objectief Ziel goal — result one is attempting to achieve
objectief objektiv objective — not influenced by emotions
objectief Objektiv objective — lens