Nederlands

Uitgebreide vertaling voor nukkig (Nederlands) in het Duits

nukkig:

nukkig bijvoeglijk naamwoord

  1. nukkig (wispelturig; onvoorspelbaar; grillig; onberekenbaar)
    unberechenbar; flatterhaft; unbeständig; nicht voraussagbar; unbefahrbar; launisch; variabel; launenhaft; übellaunig; veränderlich; wetterwendisch; wandelbar; schlecht gelaunt
  2. nukkig (sikkeneurig; chagrijnig; humeurig; )
    schlecht gelaunt; mürrisch; launisch; nörgelig; übellaunig; launenhaft

Vertaal Matrix voor nukkig:

BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
flatterhaft grillig; nukkig; onberekenbaar; onvoorspelbaar; wispelturig barok; fladderig; lichtjes; los; onbestendig; ongedurig; onvast; rank; veranderlijk; vlinderachtig; wankel; wankelbaar; wankelend; wisselvallig
launenhaft chagrijnig; gemelijk; grillig; humeurig; knorrig; nukkig; nurks; onberekenbaar; onvoorspelbaar; sikkeneurig; slecht gehumeurd; wispelturig barok; buiig; naargeestig; somber; triest; troosteloos; zwaarmoedig
launisch chagrijnig; gemelijk; grillig; humeurig; knorrig; nukkig; nurks; onberekenbaar; onvoorspelbaar; sikkeneurig; slecht gehumeurd; wispelturig barok; bokkig; chagrijnig; naargeestig; somber; triest; troosteloos; zwaarmoedig
mürrisch chagrijnig; gemelijk; humeurig; knorrig; nukkig; nurks; sikkeneurig; slecht gehumeurd brommerig; kortaf; korzelig; mopperig; naargeestig; snauwend; somber; triest; troosteloos; wrevelig; zwaarmoedig
nicht voraussagbar grillig; nukkig; onberekenbaar; onvoorspelbaar; wispelturig
nörgelig chagrijnig; gemelijk; humeurig; knorrig; nukkig; nurks; sikkeneurig; slecht gehumeurd
schlecht gelaunt chagrijnig; gemelijk; grillig; humeurig; knorrig; nukkig; nurks; onberekenbaar; onvoorspelbaar; sikkeneurig; slecht gehumeurd; wispelturig chagrijnig; gemelijk; humeurig; knorrig; nurks; ongenietbaar; sikkeneurig; slecht gehumeurd; slecht geluimd
unbefahrbar grillig; nukkig; onberekenbaar; onvoorspelbaar; wispelturig onbegaanbaar; onberijdbaar; ontoegankelijk
unberechenbar grillig; nukkig; onberekenbaar; onvoorspelbaar; wispelturig barok
unbeständig grillig; nukkig; onberekenbaar; onvoorspelbaar; wispelturig aarzelend; buiig; geestelijk onstabiel; halfslachtig; inconsistent; labiel; los; onbestendig; ongedurig; onstabiel; onstandvastig; onvast; rank; schoorvoetend; twijfelmoedig; variërend; veranderlijk; wankel; wankelbaar; wankelend; wankelmoedig; weifelend; wisselend; wisselvallig
variabel grillig; nukkig; onberekenbaar; onvoorspelbaar; wispelturig onbestendig; variabel; variabele; variërend; veranderlijk; wisselvallig
veränderlich grillig; nukkig; onberekenbaar; onvoorspelbaar; wispelturig los; onbestendig; onvast; rank; variabele; veranderlijk; wankel; wankelbaar; wankelend; wisselvallig
wandelbar grillig; nukkig; onberekenbaar; onvoorspelbaar; wispelturig los; onbestendig; onvast; rank; variabele; variërend; veranderlijk; wankel; wankelbaar; wankelend; wisselend; wisselvallig
wetterwendisch grillig; nukkig; onberekenbaar; onvoorspelbaar; wispelturig
übellaunig chagrijnig; gemelijk; grillig; humeurig; knorrig; nukkig; nurks; onberekenbaar; onvoorspelbaar; sikkeneurig; slecht gehumeurd; wispelturig naargeestig; somber; triest; troosteloos; zwaarmoedig

Verwante woorden van "nukkig":

  • nukkigheid, nukkige

Wiktionary: nukkig


Cross Translation:
FromToVia
nukkig schmollend sulky — gloomy