Nederlands
Uitgebreide vertaling voor noodwendigheid (Nederlands) in het Duits
noodwendigheid:
-
de noodwendigheid (behoeftigheid; nood)
die Bedürftigkeit; die Not; die Armut; Mißgeschick; die Rückschläge; der Druck; die Seuche; Elend; die Katastrophe; Unglück; der Schicksalsschläge; der Schicksalsschlag; die Hilfsbedürftigkeit; die Ärmlichkeit
Vertaal Matrix voor noodwendigheid:
Verwante woorden van "noodwendigheid":
Computer vertaling door derden: