Bijvoeglijk Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
-
|
betrekkelijk; redelijk; tamelijk
|
|
Not Specified | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
-
|
wel
|
|
Bijwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
angemessen
|
behoorlijk; nogal; redelijk; tamelijk
|
adequaat; decent; deugdzaam; eerbaar; eerzaam; fatsoenlijk; gepast; geschikt; geëigend; juist; keurig; manierlijk; netjes; ordentelijk; passend; welvoeglijk; zedig
|
anständig
|
behoorlijk; nogal; redelijk; tamelijk
|
behoorlijk; beschaafd; billijk; danig; deugdzaam; duchtig; eerlijk; eerzaam; fair; fatsoenlijk; geciviliseerd; gecultiveerd; geschikt; kuis; net; netjes; ontwikkeld; ordentelijk; redelijk; rein; schappelijk; schoon; welgemanierd; wellevend; welopgevoed; zedig
|
beträchtlich
|
behoorlijk; nogal; redelijk; tamelijk
|
aanmerkelijk; aanzienlijk; beduidend; behoorlijk; eerbiedwekkend; enorm; flink; fors; indrukwekkend; substantieel; terdege; wel degelijk
|
erheblich
|
behoorlijk; nogal; redelijk; tamelijk
|
aanmerkelijk; aanzienlijk; beduidend; behoorlijk; eerbiedwekkend; enorm; flink; fors; indrukwekkend; substantieel; terdege; wel degelijk
|
ganz
|
behoorlijk; nogal; redelijk; tamelijk
|
algeheel; allemaal; alles; compleet; fulltime; gaaf; heel; hele; helemaal; intact; kompleet; maagdelijk; onaangeraakt; ongerept; puur; totaal; virginaal; volkomen; volledig; volslagen; voluit; zuiver
|
natürlich
|
behoorlijk; nogal; redelijk; tamelijk
|
'tuurlijk; allicht; bijgevolg; dus; eenvoudig; logisch; natuurlijk; ongedwongen; ongekunsteld; onontkomelijk; onverplicht; spontaan; uit vrije wil; uiteraard; vanzelfsprekend; vrijwillig; zeker; zonder twijfel
|
relativ
|
behoorlijk; nogal; redelijk; tamelijk
|
betrekkelijk; relatief; vergelijkend
|
verhältnismäßig
|
behoorlijk; nogal; redelijk; tamelijk
|
betrekkelijk; naar verhouding; relatief
|
ziemlich
|
behoorlijk; nogal; redelijk; tamelijk
|
aanmerkelijk; aanzienlijk; beduidend; behoorlijk; behoorlijke; betrekkelijk; eerbiedwekkend; enorm; flink; fors; indrukwekkend; nogal wat; redelijke; relatief; tamelijk veel; tamelijke; terdege; vrij veel; vrij wat; wel degelijk
|