Bijwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
fraglich
|
niet zeker; ongewis; onvast
|
betreffende; donker; dubieus; duister; glibberig; in kwestie; obscuur; onguur; verdacht
|
nicht sicher
|
niet zeker; ongewis; onvast
|
|
unbestimmt
|
niet zeker; ongewis; onvast
|
afgedempt; delicaat; flauw; gedempt; gevaarlijk; gewaagd; hachelijk; kritiek; lastig; mistig; netelig; nevelachtig; niet doorzichtig; niet helder; onbepaald; onbestemd; ondoorzichtig; onduidelijk; onhelder; onoverzichtelijk; penibel; precair; vaag; vaag zichtbaar; vagelijk; wazig; wollig
|
ungewiß
|
niet zeker; ongewis; onvast
|
los; niet duidelijk; niet helder; onduidelijk; onhelder; onklaar; onvast; rank; troebel; vaag; wankel; wankelbaar; wankelend; wollig
|
unsicher
|
niet zeker; ongewis; onvast
|
los; onstabiel; onvast; onveilig; rank; wankel; wankelbaar; wankelend
|
verworren
|
niet zeker; ongewis; onvast
|
geestelijk verward; in de war; niet duidelijk; niet helder; ondersteboven; onduidelijk; onhelder; onklaar; troebel; vaag; verward
|
zweifelhaft
|
niet zeker; ongewis; onvast
|
discutabel; inconsistent; twijfelachtig; veranderlijk
|