Nederlands
Uitgebreide vertaling voor neerbuigend bejegenen (Nederlands) in het Duits
neerbuigend bejegenen:
neerbuigend bejegenen werkwoord (bejegen neerbuigend, bejegent neerbuigend, bejegende neerbuigend, bejegenden neerbuigend, neerbuigend bejegend)
-
neerbuigend bejegenen
geringschätzen-
geringschätzen werkwoord (geringschätze, geringschätzt, geringschätzte, geringschätztet, geringgeschätzt)
-
Conjugations for neerbuigend bejegenen:
o.t.t.
- bejegen neerbuigend
- bejegent neerbuigend
- bejegent neerbuigend
- bejegenen neerbuigend
- bejegenen neerbuigend
- bejegenen neerbuigend
o.v.t.
- bejegende neerbuigend
- bejegende neerbuigend
- bejegende neerbuigend
- bejegenden neerbuigend
- bejegenden neerbuigend
- bejegenden neerbuigend
v.t.t.
- ben neerbuigend bejegend
- bent neerbuigend bejegend
- is neerbuigend bejegend
- zijn neerbuigend bejegend
- zijn neerbuigend bejegend
- zijn neerbuigend bejegend
v.v.t.
- was neerbuigend bejegend
- was neerbuigend bejegend
- was neerbuigend bejegend
- waren neerbuigend bejegend
- waren neerbuigend bejegend
- waren neerbuigend bejegend
o.t.t.t.
- zal neerbuigend bejegenen
- zult neerbuigend bejegenen
- zal neerbuigend bejegenen
- zullen neerbuigend bejegenen
- zullen neerbuigend bejegenen
- zullen neerbuigend bejegenen
o.v.t.t.
- zou neerbuigend bejegenen
- zou neerbuigend bejegenen
- zou neerbuigend bejegenen
- zouden neerbuigend bejegenen
- zouden neerbuigend bejegenen
- zouden neerbuigend bejegenen
diversen
- bejegen neerbuigend!
- bejegent neerbuigend!
- neerbuigend bejegend
- neerbuigend bejegenend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Vertaal Matrix voor neerbuigend bejegenen:
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
geringschätzen | neerbuigend bejegenen | geringschatten; laten passeren; minachten; neerkijken op; verachten; versmaden |