Overzicht


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor navolgen (Nederlands) in het Duits

navolgen:

navolgen werkwoord (volg na, volgt na, volgde na, volgden na, nagevolgd)

  1. navolgen (komen na)
    nachfolgen; folgen
    • nachfolgen werkwoord (folge nach, folgst nach, folgt nach, folgte nach, folgtet nach, nachgefolgt)
    • folgen werkwoord (folge, folgst, folgt, folgte, folgtet, gefolgt)
  2. navolgen (opvolgen; volgen)
    folgen; nachfolgen; nachkommen
    • folgen werkwoord (folge, folgst, folgt, folgte, folgtet, gefolgt)
    • nachfolgen werkwoord (folge nach, folgst nach, folgt nach, folgte nach, folgtet nach, nachgefolgt)
    • nachkommen werkwoord (komme nach, kommst nach, kommt nach, kam nach, kamt nach, nachgekommen)
  3. navolgen (nadoen; nabootsen; imiteren)
    imitieren; kopieren; nachmachen; nachbilden; nachahmen
    • imitieren werkwoord (imitiere, imitierst, imitiert, imitierte, imitiertet, imitiert)
    • kopieren werkwoord (kopiere, kopierst, kopiert, kopierte, kopiertet, kopiert)
    • nachmachen werkwoord (mache nach, machst nach, macht nach, machte nach, machtet nach, nachgemacht)
    • nachbilden werkwoord (bilde nach, bildst nach, bildt nach, bildte nach, bildtet nach, nachgebildet)
    • nachahmen werkwoord (ahme nach, ahmst nach, ahmt nach, ahmte nach, ahmtet nach, nachgeahmt)

Conjugations for navolgen:

o.t.t.
  1. volg na
  2. volgt na
  3. volgt na
  4. volgen na
  5. volgen na
  6. volgen na
o.v.t.
  1. volgde na
  2. volgde na
  3. volgde na
  4. volgden na
  5. volgden na
  6. volgden na
v.t.t.
  1. heb nagevolgd
  2. hebt nagevolgd
  3. heeft nagevolgd
  4. hebben nagevolgd
  5. hebben nagevolgd
  6. hebben nagevolgd
v.v.t.
  1. had nagevolgd
  2. had nagevolgd
  3. had nagevolgd
  4. hadden nagevolgd
  5. hadden nagevolgd
  6. hadden nagevolgd
o.t.t.t.
  1. zal navolgen
  2. zult navolgen
  3. zal navolgen
  4. zullen navolgen
  5. zullen navolgen
  6. zullen navolgen
o.v.t.t.
  1. zou navolgen
  2. zou navolgen
  3. zou navolgen
  4. zouden navolgen
  5. zouden navolgen
  6. zouden navolgen
en verder
  1. ben nagevolgd
  2. bent nagevolgd
  3. is nagevolgd
  4. zijn nagevolgd
  5. zijn nagevolgd
  6. zijn nagevolgd
diversen
  1. volg na!
  2. volgt na!
  3. nagevolgd
  4. navolgend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor navolgen:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
folgen komen na; navolgen; opvolgen; volgen achternazitten; achtervolgen; bewaarheid worden; blijken; gehoorzamen; gevolg geven aan; luisteren; nazitten; resulteren; uitkomen; uitkomen bij; uitvloeien in; volgen
imitieren imiteren; nabootsen; nadoen; navolgen falsificeren; kopie maken; kopiëren; nabootsen; namaken; vervalsen
kopieren imiteren; nabootsen; nadoen; navolgen fotokopiëren; kopie maken; kopiëren; nabootsen; namaken; overschrijven; reproduceren; stencilen
nachahmen imiteren; nabootsen; nadoen; navolgen kopie maken; kopie trekken; kopiëren; nabootsen; namaken; naäpen
nachbilden imiteren; nabootsen; nadoen; navolgen dupliceren; falsificeren; fotokopiëren; kopie maken; kopie trekken; kopiëren; multipliceren; nabootsen; namaken; reproduceren; vervalsen
nachfolgen komen na; navolgen; opvolgen; volgen achternagaan; achternalopen; gehoorzamen; gevolg geven aan; later komen; luisteren; nalopen; volgen
nachkommen navolgen; opvolgen; volgen achteraankomen; achternagaan; achternalopen; gehoorzamen; gevolg geven aan; later komen; luisteren; nakomen; nalopen; volgen
nachmachen imiteren; nabootsen; nadoen; navolgen falsificeren; kopie maken; kopie trekken; kopiëren; nabootsen; namaken; naäpen; vervalsen