Bijwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
akkurat
|
accuraat; nauwgezet; nauwkeurig; nauwlettend; precies; secuur
|
accuraat; correct; exact; gedetailleerd; goed; juist; minutieus; nauwgezet; nauwkeurig; net; precies; punctueel; ragfijn; secuur; stipt; strikt; voorzichtig; zorgvuldig
|
genau
|
accuraat; nauwgezet; nauwkeurig; nauwlettend; precies; secuur
|
accuraat; bekrompen; benepen; betrekking hebbend op economie; conscientieus; correct; desgelijks; dito; economisch; evenzo; exact; gedetailleerd; goed; juist; kleingeestig; kleinzielig; kloppend; krek; minutieus; nauwgezet; nauwkeurig; net; onvermurwbaar; ook; op dezelfde wijze; precies; precies zo; punctueel; ragfijn; secuur; stipt; streng; strikt; stringent; uitgerekend; waar; zorgvuldig
|
gerade
|
accuraat; nauwgezet; nauwkeurig; nauwlettend; precies; secuur
|
daarnet; eerlijk; frank; glad neerliggend; juist; lineair; net; nog maar pas; onvermurwbaar; op het moment; open; oprecht; overeind; pas; rechtaan; rechtop; rechtschapen; rechttoe; sluik; staand; streng; strikt; stringent; zojuist; zonet; zopas; zoëven
|
gewissenhaft
|
accuraat; nauwgezet; nauwkeurig; nauwlettend; precies; secuur
|
accuraat; conscientieus; consciëntieus; correct; gedetailleerd; gewetensvol; goed; juist; met zorg; minutieus; nauwgezet; nauwkeurig; net; onvermurwbaar; precies; scrupuleus; secuur; stipt; streng; strikt; stringent; zorgvuldig
|
gründlich
|
accuraat; nauwgezet; nauwkeurig; nauwlettend; precies; secuur
|
absoluut; accuraat; betrouwbaar; boeiend; conscientieus; correct; degelijk; deugdelijk; diepgaand; diepgravend; fascinerend; gedegen; gedetailleerd; goed; grondig; helemaal; in het geheel; integrerend; juist; met zorg; minutieus; nauwgezet; nauwkeurig; niet oppervlakkig; precies; secuur; totaal; van goede hoedanigheid; volkomen; zorgvuldig
|
konsequent
|
accuraat; nauwgezet; nauwkeurig; nauwlettend; precies; secuur
|
conscientieus; consequent; nauwgezet; nauwkeurig; zorgvuldig
|
konzentriert
|
angstvallig; nauwlettend; zorgvuldig
|
geconcentreerd; ingespannen; op één punt gericht; van sterk gehalte; verdiept
|
korrekt
|
accuraat; nauwgezet; nauwkeurig; nauwlettend; precies; secuur
|
aangekleed; accuraat; beschaafd; billijk; correct; coöperatief; decent; eerbaar; eerlijk; exact; fair; fatsoenlijk; geciviliseerd; gecultiveerd; gedetailleerd; gekleed; geschikt; goed; juist; keurig; krek; manierlijk; medewerkend; minutieus; nauwgezet; nauwkeurig; net; netjes; onberispelijk; onbesproken; ontwikkeld; op een aardige manier; precies; punctueel; ragfijn; redelijk; schappelijk; secuur; stipt; strikt; vriendelijk; welvoeglijk; welwillend; zorgvuldig
|
peinlilch genau
|
angstvallig; nauwlettend; zorgvuldig
|
|
pünktlich
|
accuraat; nauwgezet; nauwkeurig; nauwlettend; precies; secuur
|
accuraat; bijtijds; conscientieus; exact; nauwgezet; nauwkeurig; net; op tijd; precies; punctueel; ragfijn; secuur; stipt; strikt; tijdig; zorgvuldig
|
scharfäugig
|
met een scherp oog; nauwlettend
|
|
sicher
|
accuraat; nauwgezet; nauwkeurig; nauwlettend; precies; secuur
|
absoluut; accuraat; assertief; bepaald; beslist; besluitvaardig; duidelijk; echt; een zekere; feitelijk; ferm; fiks; flagrant; flink; gedecideerd; geheid; gewis; heel zeker; herkenbaar; heus; jazeker; kordaat; net; onfeilbaar; ongetwijfeld; onmiskenbaar; onwankelbaar; onwrikbaar; op heterdaad; overduidelijk; pal; precies; resoluut; reëel; ronduit; secuur; standvastig; stellig; stevig; stipt; vast; vast en zeker; vastberaden; vastbesloten; vasthoudend; veilig; volhardend; voorzeker; waarachtig; waarlijk; wel degelijk; welzeker; zeker; zelfbewust; zelfverzekerd; zo klaar als een klontje; zonneklaar; zorgvuldig
|
skrupulös
|
accuraat; nauwgezet; nauwkeurig; nauwlettend; precies; secuur
|
|
sorgfältig
|
accuraat; angstvallig; nauwgezet; nauwkeurig; nauwlettend; precies; secuur; zorgvuldig
|
accuraat; conscientieus; gedetailleerd; grondig; met zorg; minutieus; nauwgezet; nauwkeurig; net; precies; ragfijn; secuur; stipt; vol zorg; voorzichtig; zorgvuldig; zorgzaam
|
strikt
|
accuraat; nauwgezet; nauwkeurig; nauwlettend; precies; secuur
|
accuraat; gedetailleerd; minutieus; nauwgezet; nauwkeurig; onvermurwbaar; precies; ragfijn; secuur; streng; strikt; stringent; zorgvuldig
|
ängstlich
|
angstvallig; nauwlettend; zorgvuldig
|
angstig; bang; bevreesd; getroffen; in angst; onthutst; ontsteld; schichtig; schrikachtig; verschrikt; vervaard; vreesachtig
|