Overzicht
Nederlands naar Duits:   Meer gegevens...
  1. nascholing:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor nascholing (Nederlands) in het Duits

nascholing:

nascholing [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

  1. de nascholing (bijscholing)
    die Fortbildung

Vertaal Matrix voor nascholing:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Fortbildung bijscholing; nascholing bijscholingscursus; educatie; herhalingscursus; onderwijs; opfriscursus; permanente educatie; scholing