Home ->Woordenboeken ->Nederlands/Duits ->Vertaal nalatigheden

Vertaal nalatigheden van Nederlands naar Duits

Overzicht

Nederlands naar Duits: Meer gegevens...

nalatigheden:
- Säumigkeiten
nalatigheid:
- Nachlässigkeit; Versäumnis; Fahrlässigkeit; Verzug; Verzüge; Unterlassung; Absage; Auslassung; Vernachlässigung; Entsagung; Schlamperei; Säumnis; Fehlgriff; Verleugnung; Säumigkeit
Wiktionary:
- nalatigheid → Nachlässigkeit
- nalatigheid → Vernachlässigung, Nachlässigkeit, Fahrlässigkeit, Unaufmerksamkeit, Unachtsamkeit

Nederlands

Uitgebreide vertaling voor nalatigheden (Nederlands) in het Duits

nalatigheden:

nalatigheden [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.

de nalatigheden
die Säumigkeiten
- Säumigkeiten [die ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor nalatigheden:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
Säumigkeiten	nalatigheden

Verwante woorden van "nalatigheden":

nalatigheid

nalatigheden vorm van nalatigheid:

nalatigheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

de nalatigheid (verzaking; verzuim)
die Nachlässigkeit; die Versäumnis; die Fahrlässigkeit; der Verzug; der Verzüge; die Unterlassung; die Absage; die Auslassung; die Vernachlässigung; die Entsagung; die Schlamperei; die Säumnis; der Fehlgriff; die Verleugnung; die Säumigkeit
- Nachlässigkeit [die ~] zelfstandig naamwoord
- Versäumnis [die ~] zelfstandig naamwoord
- Fahrlässigkeit [die ~] zelfstandig naamwoord
- Verzug [der ~] zelfstandig naamwoord
- Verzüge [der ~] zelfstandig naamwoord
- Unterlassung [die ~] zelfstandig naamwoord
- Absage [die ~] zelfstandig naamwoord
- Auslassung [die ~] zelfstandig naamwoord
- Vernachlässigung [die ~] zelfstandig naamwoord
- Entsagung [die ~] zelfstandig naamwoord
- Schlamperei [die ~] zelfstandig naamwoord
- Säumnis [die ~] zelfstandig naamwoord
- Fehlgriff [der ~] zelfstandig naamwoord
- Verleugnung [die ~] zelfstandig naamwoord
- Säumigkeit [die ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor nalatigheid:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
Absage	nalatigheid; verzaking; verzuim	afgelasting; aftreding; afzegging
Auslassung	nalatigheid; verzaking; verzuim	omissie; weglating
Entsagung	nalatigheid; verzaking; verzuim
Fahrlässigkeit	nalatigheid; verzaking; verzuim
Fehlgriff	nalatigheid; verzaking; verzuim	afgang; blunder; echec; fiasco; flater; flop; fout; misgreep; mislukking; misrekening; misser; misslag; misstap; misverstand; vergissing
Nachlässigkeit	nalatigheid; verzaking; verzuim	slordigheid; wanordelijkheid
Schlamperei	nalatigheid; verzaking; verzuim	slordigheid; wanordelijkheid
Säumigkeit	nalatigheid; verzaking; verzuim
Säumnis	nalatigheid; verzaking; verzuim
Unterlassung	nalatigheid; verzaking; verzuim
Verleugnung	nalatigheid; verzaking; verzuim	verloochening; zelfverloochening
Vernachlässigung	nalatigheid; verzaking; verzuim	veronachtzaming; verwaarlozing
Versäumnis	nalatigheid; verzaking; verzuim	absentie; schoolverzuim; verzuim; wanprestatie
Verzug	nalatigheid; verzaking; verzuim	absentie; verzuim
Verzüge	nalatigheid; verzaking; verzuim

Verwante woorden van "nalatigheid":

nalatigheden, nalatig

Wiktionary: nalatigheid

nalatigheid

noun

een fout doordat er iets nagelaten wordt
- nalatigheid → Nachlässigkeit

Cross Translation:

From	To	Via
• nalatigheid	→ Vernachlässigung	↔ neglect — act of neglecting
• nalatigheid	→ Nachlässigkeit	↔ neglect — habitual lack of care
• nalatigheid	→ Fahrlässigkeit	↔ negligence — failure to exercise a standard of care (law)
• nalatigheid	→ Unaufmerksamkeit; Unachtsamkeit	↔ négligence — défaut de soin, d’exactitude, d’application.

Computer vertaling door derden: