Nederlands

Uitgebreide vertaling voor nakijken (Nederlands) in het Duits

nakijken:

nakijken werkwoord (kijk na, kijkt na, keek na, keken na, nagekeken)

  1. nakijken (controleren; nagaan)
    kontrollieren; überprüfen; prüfen; nachprüfen; testen
    • kontrollieren werkwoord (kontrolliere, kontrollierst, kontrolliert, kontrollierte, kontrolliertet, kontrolliert)
    • überprüfen werkwoord (überprüfe, überprüfst, überprüft, überprüfte, überprüftet, überprüft)
    • prüfen werkwoord (prüfe, prüfst, prüft, prüfte, prüftet, geprüf)
    • nachprüfen werkwoord (prüfe nach, prüfst nach, prüft nach, prüfte nach, prüftet nach, nachgeprüft)
    • testen werkwoord (teste, testest, testet, testete, testetet, getestet)
  2. nakijken (nazien)
    nachschauen; nachsehen; überprüfen; sich kümmern um
    • nachschauen werkwoord
    • nachsehen werkwoord (sehe nach, siehst nach, sieht nach, sah nach, saht nach, nachgesehen)
    • überprüfen werkwoord (überprüfe, überprüfst, überprüft, überprüfte, überprüftet, überprüft)
    • sich kümmern um werkwoord (kümmere mich um, kümmerst dich um, kümmert sich um, kümmerte sich um, kümmertet euch um, sich gekümmert)

Conjugations for nakijken:

o.t.t.
  1. kijk na
  2. kijkt na
  3. kijkt na
  4. kijken na
  5. kijken na
  6. kijken na
o.v.t.
  1. keek na
  2. keek na
  3. keek na
  4. keken na
  5. keken na
  6. keken na
v.t.t.
  1. heb nagekeken
  2. hebt nagekeken
  3. heeft nagekeken
  4. hebben nagekeken
  5. hebben nagekeken
  6. hebben nagekeken
v.v.t.
  1. had nagekeken
  2. had nagekeken
  3. had nagekeken
  4. hadden nagekeken
  5. hadden nagekeken
  6. hadden nagekeken
o.t.t.t.
  1. zal nakijken
  2. zult nakijken
  3. zal nakijken
  4. zullen nakijken
  5. zullen nakijken
  6. zullen nakijken
o.v.t.t.
  1. zou nakijken
  2. zou nakijken
  3. zou nakijken
  4. zouden nakijken
  5. zouden nakijken
  6. zouden nakijken
diversen
  1. kijk na!
  2. kijkt na!
  3. nagekeken
  4. nakijkend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor nakijken:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
kontrollieren controleren; nagaan; nakijken beproeven; controleren; examineren; gezaghebben; heersen; inspecteren; keuren; macht uitoefenen; narekenen; natellen; onder controle hebben; onderzoeken; overheersen; overhoren; regeren; schouwen; testen; toetsen
nachprüfen controleren; nagaan; nakijken checken; controleren; examineren; nagaan; narekenen; natellen; natrekken; overhoren; testen; toetsen; uitproberen; uittesten; verifiëren
nachschauen nakijken; nazien
nachsehen nakijken; nazien controleren; examineren; iets opzoeken; narekenen; naslaan; natellen; nazoeken; opzoeken; overhoren; testen; toetsen
prüfen controleren; nagaan; nakijken auditeren; bekijken; beproeven; bespieden; checken; controleren; dood kunnen vallen; examineren; inspecteren; keuren; nagaan; narekenen; natellen; natrekken; onderzoeken; op de proef stellen; overhoren; proberen; proeven; schouwen; smaken; speuren; testen; toetsen; uitproberen; uittesten; verifiëren; verspieden; vorsen
sich kümmern um nakijken; nazien
testen controleren; nagaan; nakijken beproeven; examineren; keuren; onderzoeken; overhoren; proberen; proeven; testen; toetsen; uitproberen; uittesten
überprüfen controleren; nagaan; nakijken; nazien beproeven; checken; controleren; examineren; herkeuren; heronderzoeken; hervormen; herzien; keuren; nagaan; narekenen; natellen; natrekken; onderzoeken; overhoren; reformeren; speuren; testen; toetsen; uitproberen; uittesten; valideren; verifiëren; vorsen
- checken; controleren

Synoniemen voor "nakijken":


Verwante definities voor "nakijken":

  1. kijken of het klopt1
    • de leraar heeft de proefwerken nagekeken1