Overzicht
Nederlands naar Duits:   Meer gegevens...
  1. najagen:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor najagend (Nederlands) in het Duits

najagen:

najagen werkwoord (jaag na, jaagt na, joeg na, joegen na, nagejaagd)

  1. najagen (trachten te verkrijgen; nastreven; vervolgen)
    erstreben; nachstreben; nachjagen; nacheifern; streben nach
    • erstreben werkwoord
    • nachstreben werkwoord (strebe nach, strebst nach, strebt nach, strebte nach, strebtet nach, nachgestrebt)
    • nachjagen werkwoord (jage nach, jagst nach, jagt nach, jagte nach, jagtet nach, nachgejagt)
    • nacheifern werkwoord (eifere nach, eiferst nach, eifert nach, eiferte nach, eifertet nach, nachgeeifert)
    • streben nach werkwoord

Conjugations for najagen:

o.t.t.
  1. jaag na
  2. jaagt na
  3. jaagt na
  4. jagen na
  5. jagen na
  6. jagen na
o.v.t.
  1. joeg na
  2. joeg na
  3. joeg na
  4. joegen na
  5. joegen na
  6. joegen na
v.t.t.
  1. heb nagejaagd
  2. hebt nagejaagd
  3. heeft nagejaagd
  4. hebben nagejaagd
  5. hebben nagejaagd
  6. hebben nagejaagd
v.v.t.
  1. had nagejaagd
  2. had nagejaagd
  3. had nagejaagd
  4. hadden nagejaagd
  5. hadden nagejaagd
  6. hadden nagejaagd
o.t.t.t.
  1. zal najagen
  2. zult najagen
  3. zal najagen
  4. zullen najagen
  5. zullen najagen
  6. zullen najagen
o.v.t.t.
  1. zou najagen
  2. zou najagen
  3. zou najagen
  4. zouden najagen
  5. zouden najagen
  6. zouden najagen
en verder
  1. ben nagejaagd
  2. bent nagejaagd
  3. is nagejaagd
  4. zijn nagejaagd
  5. zijn nagejaagd
  6. zijn nagejaagd
diversen
  1. jaag na!
  2. jaagt na!
  3. nagejaagd
  4. najagend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

najagen [znw.] zelfstandig naamwoord

  1. najagen (nastreven)
    Nachstreben; Ziel verfolgen

Vertaal Matrix voor najagen:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Nachstreben najagen; nastreven
Ziel verfolgen najagen; nastreven
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
erstreben najagen; nastreven; trachten te verkrijgen; vervolgen bedoelen; beogen; gericht werpen; ijveren; mikken; mikken op; streven; streven naar; ten doel hebben
nacheifern najagen; nastreven; trachten te verkrijgen; vervolgen
nachjagen najagen; nastreven; trachten te verkrijgen; vervolgen achternazitten; achtervolgen; nazitten; volgen
nachstreben najagen; nastreven; trachten te verkrijgen; vervolgen
streben nach najagen; nastreven; trachten te verkrijgen; vervolgen

Wiktionary: najagen

najagen
verb
  1. (transitiv), gehoben: nach etwas streben, etwas zu erreichen suchen