Overzicht
Nederlands naar Duits:   Meer gegevens...
  1. nadelig:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor nadelig (Nederlands) in het Duits

nadelig:

nadelig bijvoeglijk naamwoord

  1. nadelig (ongunstig; onvoordelig)
    ungünstig; schädlich; nachteilig; unvorteilhaft; giftig

Vertaal Matrix voor nadelig:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
schädlich schadelijk zijn voor
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
giftig nadelig; ongunstig; onvoordelig aangebrand; boos; erg boos; furieus; geprikkeld; geërgerd; geïrriteerd; giftig; hatelijk; kwaad; kwaadaardig; nijdig; pissig; prikkelbaar; razend; spinnijdig; stekelig; toornig; toxisch; venijnig; vergiftig; vergiftigd; vertoornd; vijandig; woest; ziedend
nachteilig nadelig; ongunstig; onvoordelig duperend; schade berokkenend; schadelijk
schädlich nadelig; ongunstig; onvoordelig niet goed vallend; schade berokkenend; schadelijk; slecht bekomend
ungünstig nadelig; ongunstig; onvoordelig niet flatterend; onvoordelig
unvorteilhaft nadelig; ongunstig; onvoordelig niet flatterend; onvoordelig

Verwante woorden van "nadelig":

  • nadeliger, nadeligere, nadeligst, nadeligste, nadelige

Wiktionary: nadelig

nadelig
adjective
  1. kwalijk, schadelijk

Verwante vertalingen van nadelig