Overzicht
Nederlands naar Duits: Meer gegevens...
- naar:
-
Wiktionary:
- naar → bitter
- naar → nach
- naar → nach
- naar → nach, schlecht, unangenehm, zu, zuhören, hören, lauschen, in, in Richtung, bis zu, sehen, anschauen, widerwärtig, widerlich, eklig, ungesund, düster, schlechtgelaunt, brummig, unwirsch, unfreundlich, langweilig, öde
Nederlands
Uitgebreide vertaling voor naar (Nederlands) in het Duits
naar:
-
naar (naar toe; toe)
-
naar (zoals)
wie; als; gleichwie; gemäß; während; weil; so; indem; denn; indessen; wogegen; indes; wo; ja; da-
wie bijvoeglijk naamwoord
-
als bijvoeglijk naamwoord
-
gleichwie bijvoeglijk naamwoord
-
gemäß bijvoeglijk naamwoord
-
während bijvoeglijk naamwoord
-
weil bijvoeglijk naamwoord
-
so bijvoeglijk naamwoord
-
indem bijvoeglijk naamwoord
-
denn bijvoeglijk naamwoord
-
indessen bijvoeglijk naamwoord
-
wogegen bijvoeglijk naamwoord
-
indes bijvoeglijk naamwoord
-
wo bijvoeglijk naamwoord
-
ja bijvoeglijk naamwoord
-
da bijvoeglijk naamwoord
-
-
naar (ergens naartoe)
nach; zu; zur; gegen; irgendwohin-
nach bijvoeglijk naamwoord
-
zu bijvoeglijk naamwoord
-
zur bijvoeglijk naamwoord
-
gegen bijvoeglijk naamwoord
-
irgendwohin bijvoeglijk naamwoord
-
-
naar (onpasselijk; misselijk; onwel)
-
naar (beroerd; ellendig; akelig)
erbärmlich; schlecht; unpäßlich; elend; miserabel-
erbärmlich bijvoeglijk naamwoord
-
schlecht bijvoeglijk naamwoord
-
unpäßlich bijvoeglijk naamwoord
-
elend bijvoeglijk naamwoord
-
miserabel bijvoeglijk naamwoord
-
-
naar (naargeestig; somber)
-
naar (onaangenaam; hinderlijk; onplezierig; storend; lastig; onverkwikkelijk; ongelegen)
unangenehm; störend; lästig; schwer; unbequem; kaltherzig-
unangenehm bijvoeglijk naamwoord
-
störend bijvoeglijk naamwoord
-
lästig bijvoeglijk naamwoord
-
schwer bijvoeglijk naamwoord
-
unbequem bijvoeglijk naamwoord
-
kaltherzig bijvoeglijk naamwoord
-
Vertaal Matrix voor naar:
Verwante woorden van "naar":
Synoniemen voor "naar":
Antoniemen van "naar":
Verwante definities voor "naar":
Wiktionary: naar
naar
Cross Translation:
adjective
naar
-
onaangenaam, niet leuk
- naar → bitter
-
in de richting van
- naar → nach
-
in de richting van
- naar → nach
adjective
-
übertragen: im Sinn von unangenehm
- bitter → naar; schrijnend; bitter
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• naar | → nach | ↔ after — in allusion to, in imitation of; following or referencing |
• naar | → schlecht; unangenehm | ↔ bad — tricky; stressful; unpleasant |
• naar | → nach; zu | ↔ for — towards |
• naar | → zuhören; hören | ↔ listen — to pay attention to a sound |
• naar | → lauschen | ↔ listen — to expect or wait for a sound |
• naar | → hören | ↔ listen — to accept advice or obey instruction |
• naar | → zu; nach; in | ↔ to — in the direction of, and arriving at |
• naar | → nach; zu; in Richtung | ↔ toward — in the direction of |
• naar | → bis zu | ↔ up to — against, next to, near, towards |
• naar | → sehen; anschauen | ↔ view — to look at |
• naar | → widerwärtig; widerlich; unangenehm; eklig | ↔ désagréable — Qui déplaire, de quelque manière que ce être. |
• naar | → ungesund | ↔ malsain — Qui n’est pas sain, qui a en soi le germe de quelque maladie. (Sens général). |
• naar | → düster; schlechtgelaunt; widerwärtig; unangenehm; brummig; unwirsch; unfreundlich; langweilig; öde | ↔ maussade — D’humeur chagrin ; sombre ; ombrageux ; morose ; renfrogné. |
• naar | → zu | ↔ pour — À destination de |