Nederlands
Uitgebreide vertaling voor multipliceren (Nederlands) in het Duits
multipliceren:
-
multipliceren (dupliceren)
nachbilden; vervielfältigen-
vervielfältigen werkwoord (vervielfältige, vervielfältigst, vervielfältigt, vervielfältigte, vervielfältigtet, vervielfältigt)
Vertaal Matrix voor multipliceren:
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
nachbilden | dupliceren; multipliceren | falsificeren; fotokopiëren; imiteren; kopie maken; kopie trekken; kopiëren; nabootsen; nadoen; namaken; navolgen; reproduceren; vervalsen |
vervielfältigen | dupliceren; multipliceren | falsificeren; kopie maken; kopie trekken; kopiëren; nabootsen; namaken; reproduceren; stencilen; verdubbelen; vermenigvuldigen; vervalsen; verveelvoudigen |