Nederlands
Uitgebreide vertaling voor misselijkheid (Nederlands) in het Duits
misselijkheid:
-
de misselijkheid (onpasselijkheid; ongesteldheid)
Vertaal Matrix voor misselijkheid:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
Menstruation | misselijkheid; ongesteldheid; onpasselijkheid | menstruatie; ongesteldheid |
Periode | misselijkheid; ongesteldheid; onpasselijkheid | epoch; epoche; era; periode; termijn; tijdperk; tijdsbestek; tijdsduur; tijdsgewricht; tijdsruimte; tijdsverloop; tijdvak |
Regel | misselijkheid; ongesteldheid; onpasselijkheid | constatering; discipline; dwang; filter; gehoorzaamheid; onderwerping; orde; regel; stelregel; tucht; vaststelling |
Unpäßlichkeit | misselijkheid; ongesteldheid; onpasselijkheid | akeligheid; beroerdheid; ellendigheid |
Unwohlsein | misselijkheid; ongesteldheid; onpasselijkheid | menstruatie; ongesteldheid; onwelgevoeglijkheid |
Verwante woorden van "misselijkheid":
Wiktionary: misselijkheid
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• misselijkheid | → Übelkeit | ↔ nausea — feeling of physical unwellness, usually with the desire to vomit |
• misselijkheid | → Bissigkeit | ↔ méchanceté — penchant à faire du mal ; mauvaiseté. |
misselijkheid vorm van misselijk:
-
misselijk (onpasselijk; naar; onwel)