Overzicht
Nederlands naar Duits: Meer gegevens...
- misleiden:
-
Wiktionary:
- misleiden → irreführen, täuschen
- misleiden → in die Irre führen, irreführen, irreleiten, täuschen, betrügen, dumm daher schwätzen, äffen, hintergehen, beirren
Nederlands
Uitgebreide vertaling voor misleiden (Nederlands) in het Duits
misleiden:
-
misleiden (besodemieteren; afzetten; bedriegen; zwendelen; oplichten; beduvelen; belazeren; bedonderen)
beschwindeln; hereinlegen; verarschen-
beschwindeln werkwoord (beschwindele, beschwindelst, beschwindelt, beschwindelte, beschwindeltet, beschwindelt)
-
hereinlegen werkwoord
-
-
misleiden (om de tuin leiden; op een dwaalspoor zetten)
Conjugations for misleiden:
o.t.t.
- misleid
- misleidt
- misleidt
- misleiden
- misleiden
- misleiden
o.v.t.
- misleidde
- misleidde
- misleidde
- misleidden
- misleidden
- misleidden
v.t.t.
- heb misleid
- hebt misleid
- heeft misleid
- hebben misleid
- hebben misleid
- hebben misleid
v.v.t.
- had misleid
- had misleid
- had misleid
- hadden misleid
- hadden misleid
- hadden misleid
o.t.t.t.
- zal misleiden
- zult misleiden
- zal misleiden
- zullen misleiden
- zullen misleiden
- zullen misleiden
o.v.t.t.
- zou misleiden
- zou misleiden
- zou misleiden
- zouden misleiden
- zouden misleiden
- zouden misleiden
en verder
- ben misleid
- bent misleid
- is misleid
- zijn misleid
- zijn misleid
- zijn misleid
diversen
- misleid!
- misleidt!
- misleid
- misleidend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Vertaal Matrix voor misleiden:
Synoniemen voor "misleiden":
Verwante definities voor "misleiden":
Wiktionary: misleiden
misleiden
Cross Translation:
verb
-
iemand in de waan van iets brengen
- misleiden → irreführen; täuschen
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• misleiden | → in die Irre führen; irreführen; irreleiten | ↔ beguile — to deceive or delude (using guile) |
• misleiden | → täuschen; betrügen | ↔ deceive — trick or mislead |
• misleiden | → dumm daher schwätzen | ↔ jive — be deceptive |
• misleiden | → in die Irre führen | ↔ mislead — lead in a false direction |
• misleiden | → in die Irre führen | ↔ mislead — to deceive by lies or other false impression |
• misleiden | → täuschen; äffen; betrügen; hintergehen; beirren; irreführen | ↔ tromper — abuser de la confiance de quelqu’un. |