Nederlands
Uitgebreide vertaling voor minitueus (Nederlands) in het Duits
minitueus:
-
minitueus (miniem)
geringfügig; winzig; nichtig; minimal; sehr klein; sehr gering-
geringfügig bijvoeglijk naamwoord
-
winzig bijvoeglijk naamwoord
-
nichtig bijvoeglijk naamwoord
-
minimal bijvoeglijk naamwoord
-
sehr klein bijvoeglijk naamwoord
-
sehr gering bijvoeglijk naamwoord
-
Vertaal Matrix voor minitueus:
Bijwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
geringfügig | miniem; minitueus | armzalig; berooid; gering; karig; luttel; mager; miniem; minimaal; minste; minuscuul; pover; schamel; schraal; weinig; zeer klein |
minimal | miniem; minitueus | gering; luttel; miniem; minimaal; minste; nietig; ongeldig; summier; weinig |
nichtig | miniem; minitueus | armzalig; dun; geen vet op de botten hebbende; iel; karig; mager; nietig; onaangebroken; onaangeroerd; onaangetast; ongebruikt; ongeldig; ongeopend; pover; schamel; schraal; schriel |
sehr gering | miniem; minitueus | minuscuul; zeer klein |
sehr klein | miniem; minitueus | ijdel; minuscuul; onbeduidend; vruchteloos; zeer klein |
winzig | miniem; minitueus | armzalig; berooid; gemeen; in geringe mate; karig; klein; laag; laag-bij-de-grond; laaghartig; mager; minuscuul; ondermaats; onedel; ploertig; popperig; pover; schamel; schraal; van geringe afmeting; zeer klein |
Computer vertaling door derden: