Bijwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
bündig
|
minimaal; summier
|
beknopt; bondig; kernachtig; kort; raak; samengevat; summier
|
gering
|
gering; luttel; miniem; minimaal; minste; weinig
|
amper; armelijk; armoedig; armzalig; bekrompen; benepen; berooid; bijna geen; gemeen; haast geen; in geringe mate; karig; klein; kleingeestig; kleinzielig; krap; laag; laag-bij-de-grond; laaghartig; licht; lichtwegend; mager; marginaal; nauwelijks; niet hoog; niet overvloedig; onedel; pover; schamel; schraal; ternauwernood
|
geringfügig
|
gering; luttel; miniem; minimaal; minste; weinig
|
armzalig; berooid; karig; mager; miniem; minitueus; minuscuul; pover; schamel; schraal; zeer klein
|
klein
|
gering; luttel; miniem; minimaal; minste; weinig
|
armzalig; bekrompen; benepen; hokkerig; karig; klein; kleingeestig; kleinzielig; mager; ondermaats; petieterig; pover; schamel; schraal; van geringe afmeting
|
kurz
|
minimaal; summier
|
beknopt; bondig; kort; kortweg; samengevat; summier; zonder omhaal
|
minimal
|
gering; luttel; miniem; minimaal; minste; summier; weinig
|
miniem; minitueus; nietig; ongeldig
|
summarisch
|
minimaal; summier
|
bondig; kort; summier
|