Middelmatigheid in het Duits vertaald uit het Nederlands

Remove Ads

Overzicht

Nederlands naar Duits: Meer gegevens...

middelmatigheid:
- Durchschnitt; Mittelmäßigkeit
middelmatig:
- durchschnittlich; mittelmäßig; im Durchschnitt; modal; mäßig; minderwertig; zweitklassig; zweitrangig; unter dem Mindestmaß; schwach; schwächlich; unbedeutend; nicht sehr gut
Wiktionary:
- middelmatigheid → Mittelmäßigkeit, Mittelmaß
- middelmatig → durchschnittlich, mittelmäßig, niveaulos
- middelmatig → mittelmäßig

Nederlands

Uitgebreide vertaling voor middelmatigheid (Nederlands) in het Duits

middelmatigheid:

middelmatigheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

de middelmatigheid (middelmaat; doorsnee)
der Durchschnitt; die Mittelmäßigkeit
- Durchschnitt [der ~] zelfstandig naamwoord
- Mittelmäßigkeit [die ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor middelmatigheid:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
Durchschnitt	doorsnee; middelmaat; middelmatigheid	doorsnede; doorsnee; profiel
Mittelmäßigkeit	doorsnee; middelmaat; middelmatigheid

Verwante woorden van "middelmatigheid":

middelmatigheden, middelmatig

Wiktionary: middelmatigheid

Cross Translation:

From	To	Via
• middelmatigheid	→ Mittelmäßigkeit; Mittelmaß	↔ mediocrity — condition of being mediocre

middelmatigheid vorm van middelmatig:

middelmatig bijvoeglijk naamwoord

middelmatig (gemiddeld; medium; doorsnee; modaal)
durchschnittlich; mittelmäßig; im Durchschnitt; modal
- durchschnittlich bijvoeglijk naamwoord
- mittelmäßig bijvoeglijk naamwoord
- im Durchschnitt bijvoeglijk naamwoord
- modal bijvoeglijk naamwoord
middelmatig (matig)
mäßig; mittelmäßig; minderwertig; zweitklassig; zweitrangig; unter dem Mindestmaß
- mäßig bijvoeglijk naamwoord
- mittelmäßig bijvoeglijk naamwoord
- minderwertig bijvoeglijk naamwoord
- zweitklassig bijvoeglijk naamwoord
- zweitrangig bijvoeglijk naamwoord
- unter dem Mindestmaß bijvoeglijk naamwoord
middelmatig (niet al te best; matig; zwak; min; zwakjes; onbeduidend)
schwach; mäßig; mittelmäßig; schwächlich; unbedeutend; nicht sehr gut
- schwach bijvoeglijk naamwoord
- mäßig bijvoeglijk naamwoord
- mittelmäßig bijvoeglijk naamwoord
- schwächlich bijvoeglijk naamwoord
- unbedeutend bijvoeglijk naamwoord
- nicht sehr gut bijvoeglijk naamwoord

Vertaal Matrix voor middelmatig:

Bijwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
durchschnittlich	doorsnee; gemiddeld; medium; middelmatig; modaal	alledaagse; in doorsnee
im Durchschnitt	doorsnee; gemiddeld; medium; middelmatig; modaal	in doorsnee
minderwertig	matig; middelmatig	arm; inferieur; klein; minderwaardig; ondermaats; ondeugdelijk; onvolgroeid; slecht; tweederangs; van geringe afmeting; zwak
mittelmäßig	doorsnee; gemiddeld; matig; medium; middelmatig; min; modaal; niet al te best; onbeduidend; zwak; zwakjes	middelmatige
modal	doorsnee; gemiddeld; medium; middelmatig; modaal	gemiddeld; meest voorkomend; modaal
mäßig	matig; middelmatig; min; niet al te best; onbeduidend; zwak; zwakjes	eenvoudig; matig; sober
nicht sehr gut	matig; middelmatig; min; niet al te best; onbeduidend; zwak; zwakjes
schwach	matig; middelmatig; min; niet al te best; onbeduidend; zwak; zwakjes	achtergebleven; achterlijk; arm; armetierig; armzalig; bleekjes; breekbaar; broos; debiel; dement; dof; dun; flauw; flauwtjes; flets; fragiel; gammel; idioot; ijl; imbeciel; inferieur; karig; krakkemikkig; kwetsbaar; kwijnend; laag; mager; mat; minderwaardig; niet helder; niet hoog; niet stevig; ondermaats; ondeugdelijk; pips; ploertig; pover; schamel; schemerig; schimmig; schraal; slap; slapjes; slecht; teer; tweederangs; van geringe dichtheid; wankel; wee; week; ziekelijk; zwak; zwakjes; zwakzinnig
schwächlich	matig; middelmatig; min; niet al te best; onbeduidend; zwak; zwakjes	armzalig; bleekjes; breekbaar; broos; debiel; delicaat; dement; fijn; fijngevoelig; fragiel; frèle; gammel; idioot; iel; imbeciel; karig; krakkemikkig; krukkig; kwetsbaar; mager; onbeholpen; onhandig; pips; ploertig; pover; schamel; schraal; schutterig; slap; slapjes; slungelig; stumperig; stuntelig; sukkelig; teder; teer; tenger; wankel; wee; ziekelijk; zwak; zwakzinnig
unbedeutend	matig; middelmatig; min; niet al te best; onbeduidend; zwak; zwakjes	bescheiden; beuzelachtig; futiel; gering; marginaal; nietig; nietsbetekenend; nietszeggend; onaanzienlijk; onbeduidend; onbelangrijk; onbenullig; onbetekenend; triviaal; weinigzeggend
unter dem Mindestmaß	matig; middelmatig	klein; ondermaats; van geringe afmeting
zweitklassig	matig; middelmatig	arm; inferieur; minderwaardig; ondermaats; ondeugdelijk; slecht; tweederangs; zwak
zweitrangig	matig; middelmatig	arm; inferieur; minderwaardig; ondermaats; ondeugdelijk; slecht; tweederangs; zwak

Verwante woorden van "middelmatig":

middelmatigheid, middelmatige

Wiktionary: middelmatig

middelmatig

adjective

zich rond het gemiddelde bevinden
- middelmatig → durchschnittlich
niet in positieve zin opvallen
- middelmatig → mittelmäßig

middelmatig

adjective

kein Niveau habend; keine geistige Höhe aufweisend
- niveaulos → niveau; middelmatig; zonder

Cross Translation:

From	To	Via
• middelmatig	→ mittelmäßig	↔ mediocre — ordinary: not extraordinary; not special, exceptional, or great; of medium quality
• middelmatig	→ mittelmäßig	↔ médiocre — Qui est dans la moyenne basse, moins qu'ordinaire (1):

Computer vertaling door derden:

Remove Ads

Vertaal middelmatigheid van Nederlands naar Duits

Uitgebreide vertaling voor middelmatigheid (Nederlands) in het Duits

middelmatigheid:

middelmatigheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

de middelmatigheid (middelmaat; doorsnee)

Vertaal Matrix voor middelmatigheid:

Verwante woorden van "middelmatigheid":

Wiktionary: middelmatigheid

middelmatigheid vorm van middelmatig:

middelmatig bijvoeglijk naamwoord

middelmatig (gemiddeld; medium; doorsnee; modaal)

middelmatig (matig)

middelmatig (niet al te best; matig; zwak; min; zwakjes; onbeduidend)

Vertaal Matrix voor middelmatig:

Verwante woorden van "middelmatig":

Wiktionary: middelmatig