Overzicht
Nederlands naar Duits:   Meer gegevens...
  1. meter:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor meter (Nederlands) in het Duits

meter:

meter [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

  1. de meter (peettante; doopmoeder)
    die Patentante; die Taufpatin

meter [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de meter
    der Meter
    • Meter [der ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor meter:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Meter meter
Patentante doopmoeder; meter; peettante
Taufpatin doopmoeder; meter; peettante

Verwante woorden van "meter":

  • meters, metertje, metertjes

Verwante definities voor "meter":

  1. apparaat om te meten1
    • de gasmeter meet hoeveel gas je gebruikt1
  2. grote stap, 100 centimeter1
    • het huis was vijf meter breed1

Wiktionary: meter

meter
noun
  1. de SI-eenheid van lengte
  2. meetinstrument
  3. iemand die meet

Cross Translation:
FromToVia
meter Meter; Maß; Messgerät gauge — a measure; a standard of measure; an instrument to determine dimensions, distance, or capacity; a standard
meter Patin; Patentante godmother — woman present at the christening of a baby who promises to help raise the child in a Christian manner
meter Instrument; Meßinstrument instrument — measuring device
meter Messgerät meter — measuring instrument
meter Meter metre — unit of length
meter Taufpatin marraine — Celle qui tenir un enfant (son filleul) sur les fonts du baptême. mère spirituelle d’un enfant.
meter Meter mètre — Unité de mesure

Verwante vertalingen van meter