Overzicht
Nederlands naar Duits:   Meer gegevens...
  1. maskers:
  2. masker:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor maskers (Nederlands) in het Duits

maskers:

maskers [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.

  1. de maskers (mombakkesen)
    die Maske; der Schemen
    • Maske [die ~] zelfstandig naamwoord
    • Schemen [der ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor maskers:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Maske maskers; mombakkesen cosmetica; grime; make-up; masker; mom; mombakkes; opmaak; schmink; verkleding; vermomming; visagie
Schemen maskers; mombakkesen gedaante; schaduwbeelden; schim; schimmen; silhouetten

Verwante woorden van "maskers":


masker:

masker [het ~] zelfstandig naamwoord

  1. het masker (mombakkes; mom)
    die Maske
    • Maske [die ~] zelfstandig naamwoord
  2. het masker (dekmantel; façade; schijn; voorkomen)
    der Deckmantel

Vertaal Matrix voor masker:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Deckmantel dekmantel; façade; masker; schijn; voorkomen dekmantel
Maske masker; mom; mombakkes cosmetica; grime; make-up; maskers; mombakkesen; opmaak; schmink; verkleding; vermomming; visagie

Verwante woorden van "masker":


Computer vertaling door derden: