Overzicht
Nederlands naar Duits:   Meer gegevens...
  1. mantels:
  2. mantel:
  3. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor mantels (Nederlands) in het Duits

mantels:

mantels [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.

  1. de mantels (overjassen)
    die Mäntel
    • Mäntel [die ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor mantels:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Mäntel mantels; overjassen jassen

Verwante woorden van "mantels":


mantel:

mantel [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de mantel (overjas)
    der Mantel; Gewand
    • Mantel [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Gewand [das ~] zelfstandig naamwoord
  2. de mantel (overjas; jas)
    die Jacke; der Mantel
    • Jacke [die ~] zelfstandig naamwoord
    • Mantel [der ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor mantel:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Gewand mantel; overjas geestelijk gewaad; habijt; pij
Jacke jas; mantel; overjas colbert; halflange herenjas; jack; jak; jas; jasje; jekker
Mantel jas; mantel; overjas

Verwante woorden van "mantel":


Wiktionary: mantel

mantel
noun
  1. een schelpdier uit de orde Ostreoida
mantel
noun
  1. Zoologie: Muschel mit flügelförmigen Fortsätzen an beiden Schalenhälften

Cross Translation:
FromToVia
mantel Cape cape — garment
mantel Pelerine; Umhang cloak — cape
mantel Mantel coat — outer garment covering the upper torso and arms
mantel Mantel; Erdmantel mantle — geology: layer of the Earth
mantel Mantel; Umhang manteau — Vêtement