Overzicht
Nederlands naar Duits:   Meer gegevens...
  1. mankracht:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor mankracht (Nederlands) in het Duits

mankracht:

mankracht [de ~] zelfstandig naamwoord

  1. de mankracht
    die Arbeitskraft; Personal; die Angestellten
  2. de mankracht (arbeidskrachten)
    die Arbeitskräfte; Personal; die Angestellten

Vertaal Matrix voor mankracht:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Angestellten arbeidskrachten; mankracht bediening; besturing; employees; personeel; staf; werknemers
Arbeitskraft mankracht aandrift; arbeider; arbeidskracht; arbeidsvermogen; daadkracht; energie; esprit; fut; kracht; macht; momentum; personeel; puf; staf; vermogen; werker; werkkracht; werklust; werkman; werknemer; werkvermogen; werkzaamheid
Arbeitskräfte arbeidskrachten; mankracht arbeidskrachten
Personal arbeidskrachten; mankracht employees; personeel; staf; werknemers

Verwante woorden van "mankracht":

  • mankrachten

Computer vertaling door derden: