Nederlands
Uitgebreide vertaling voor mank (Nederlands) in het Duits
mank:
-
mank (kreupel; lam)
verkrüppelt; lahm; hinkend; träge; verstümmelt-
verkrüppelt bijvoeglijk naamwoord
-
lahm bijvoeglijk naamwoord
-
hinkend bijvoeglijk naamwoord
-
träge bijvoeglijk naamwoord
-
verstümmelt bijvoeglijk naamwoord
-
Vertaal Matrix voor mank:
Bijwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
hinkend | kreupel; lam; mank | |
lahm | kreupel; lam; mank | bleekjes; futloos; krukkig; lam; lamlendig; lusteloos; mat; onbeholpen; onhandig; pips; schutterig; slap; slapjes; slungelig; stumperig; stuntelig; sukkelig; verlamd; wee; ziekelijk; zwak |
träge | kreupel; lam; mank | aarzelend; besluitloos; bezadigd; dralend; futloos; gezapig; laks; lamlendig; langzaam; leuterig; lijzig; log; loom; lusteloos; mat; slap; slepend; sloom; talmend; traag; treuzelachtig; treuzelend; vadsig; weifelend |
verkrüppelt | kreupel; lam; mank | mismaakt; misvormd; vergroeid; verminkt; verminkte |
verstümmelt | kreupel; lam; mank | verminkt; verminkte |