Overzicht
Nederlands naar Duits:   Meer gegevens...
  1. mank:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor mank (Nederlands) in het Duits

mank:

mank bijvoeglijk naamwoord

  1. mank (kreupel; lam)
    verkrüppelt; lahm; hinkend; träge; verstümmelt

Vertaal Matrix voor mank:

BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
hinkend kreupel; lam; mank
lahm kreupel; lam; mank bleekjes; futloos; krukkig; lam; lamlendig; lusteloos; mat; onbeholpen; onhandig; pips; schutterig; slap; slapjes; slungelig; stumperig; stuntelig; sukkelig; verlamd; wee; ziekelijk; zwak
träge kreupel; lam; mank aarzelend; besluitloos; bezadigd; dralend; futloos; gezapig; laks; lamlendig; langzaam; leuterig; lijzig; log; loom; lusteloos; mat; slap; slepend; sloom; talmend; traag; treuzelachtig; treuzelend; vadsig; weifelend
verkrüppelt kreupel; lam; mank mismaakt; misvormd; vergroeid; verminkt; verminkte
verstümmelt kreupel; lam; mank verminkt; verminkte

Verwante woorden van "mank":

  • manke

Wiktionary: mank


Cross Translation:
FromToVia
mank lahm lame — unable to walk properly because of a problem with one's feet or legs
mank hinkend; lahm boiteux — (term, substantif de l’adjectif) personne qui boite.

Verwante vertalingen van mank