Overzicht
Nederlands naar Duits: Meer gegevens...
- maan:
- manen:
-
Wiktionary:
- maan → Mond
- maan → Erdsatellit, Erdtrabant, Mond, Mähne, Trabant, Satellit, Monat
- manen → mahnen, verwarnen, warnen, anhalten, ermahnen, Manen, verweisen, rügen, engagieren, schelten, vorwerfen, Vorwürfe machen, brausen, sausen, zischen, bevorstehen, dräuhen, drohen, bedrohen, nehmen, wegnehmen, einnehmen, wiedererwerben, wiedererlangen
Nederlands
Uitgebreide vertaling voor maan (Nederlands) in het Duits
maan:
Vertaal Matrix voor maan:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
Mond | maan |
Verwante woorden van "maan":
Verwante definities voor "maan":
Wiktionary: maan
maan
Cross Translation:
noun
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• maan | → Erdsatellit; Erdtrabant; Mond | ↔ Moon — sole natural satellite of the Earth |
• maan | → Mähne | ↔ mane — longer hair growth on back of neck of a horse |
• maan | → Mähne | ↔ mane — longer hair growth around head of male lions |
• maan | → Mond | ↔ moon — largest natural satellite of planet Earth |
• maan | → Mond; Trabant; Satellit | ↔ moon — any substantially sized natural satellite of a planet |
• maan | → Mond; Monat | ↔ moon — month |
• maan | → Mähne | ↔ crinière — ensemble des crins qui garnir le cou de certains animaux, comme le cheval, le lion. |
• maan | → Mond; Erdtrabant; Satellit; Trabant | ↔ lune — astronomie|fr (s) satellite naturel de la Terre, qui tourne autour de celle-ci en un cycle de vingt-sept jours sept heures quarante-trois minutes. Plus souvent écrit Lune. |
manen:
-
manen (vermanen; waarschuwen; berispen; terechtwijzen)
-
manen (aanmanen; aanmanen tot een verplichting; sommeren)
mahnen; auffordern; ermahnen; anmahnen; fordern-
auffordern werkwoord (fordere auf, forderst auf, fordert auf, forderte auf, fordertet auf, aufgefordert)
-
anmahnen werkwoord
-
manen (iemand aansporen)
-
manen (met aandrang herinneren; rappelleren)
Conjugations for manen:
o.t.t.
- maan
- maant
- maant
- manen
- manen
- manen
o.v.t.
- maande
- maande
- maande
- maanden
- maanden
- maanden
v.t.t.
- heb gemaand
- hebt gemaand
- heeft gemaand
- hebben gemaand
- hebben gemaand
- hebben gemaand
v.v.t.
- had gemaand
- had gemaand
- had gemaand
- hadden gemaand
- hadden gemaand
- hadden gemaand
o.t.t.t.
- zal manen
- zult manen
- zal manen
- zullen manen
- zullen manen
- zullen manen
o.v.t.t.
- zou manen
- zou manen
- zou manen
- zouden manen
- zouden manen
- zouden manen
en verder
- ben gemaand
- bent gemaand
- is gemaand
- zijn gemaand
- zijn gemaand
- zijn gemaand
diversen
- maan!
- maant!
- gemaand
- manend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Vertaal Matrix voor manen:
Verwante woorden van "manen":
Wiktionary: manen
manen
Cross Translation:
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• manen | → verwarnen; warnen | ↔ caution — to warn |
• manen | → anhalten; ermahnen | ↔ exhort — urge |
• manen | → Manen | ↔ manes — spirits of the dead |
• manen | → ermahnen; verwarnen; verweisen; rügen; engagieren | ↔ engager — mettre en gage, donner en gage. |
• manen | → ermahnen; verwarnen; verweisen; rügen | ↔ exhorter — exciter, encourager par ses paroles. |
• manen | → ermahnen; verwarnen; verweisen; rügen; schelten; vorwerfen; Vorwürfe machen; brausen; sausen; zischen; bevorstehen; dräuhen; drohen; bedrohen | ↔ gronder — Faire entendre un bruit sourd, parler des animaux, du tonnerre ou du vent. |
• manen | → nehmen; wegnehmen; einnehmen; wiedererwerben; wiedererlangen | ↔ reprendre — Prendre de nouveau. (Sens général) |
• manen | → ermahnen; verwarnen; verweisen; rügen; schelten; vorwerfen; Vorwürfe machen | ↔ réprimander — reprendre quelqu’un avec autorité, lui reprocher sa faute. |
Computer vertaling door derden: