Overzicht
Nederlands naar Duits:   Meer gegevens...
  1. lospeuteren:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor lospeuteren (Nederlands) in het Duits

lospeuteren:

lospeuteren werkwoord

  1. lospeuteren (losplukken)
    aufdröseln; aufnesteln
    • aufdröseln werkwoord (drösele auf, dröselst auf, dröselt auf, dröselte auf, dröseltet auf, aufgedröselt)
    • aufnesteln werkwoord

Vertaal Matrix voor lospeuteren:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
aufdröseln lospeuteren; losplukken afbreken; beëindigen; forceren; losknopen; ontbinden; ontknopen; ontraadselen; ontrafelen; ontwarren; opheffen; rafels loslaten; stukmaken; uitpluizen; uitrafelen; uitvezelen; uitzoeken; verbreken; verbrijzelen
aufnesteln lospeuteren; losplukken