Home ->Woordenboeken ->Nederlands/Duits ->Vertaal lonken

Vertaal lonken van Nederlands naar Duits

Overzicht

Nederlands naar Duits: Meer gegevens...

lonken:
- liebäugeln mit; flirten; schäkern
lonk:
- verstohlener Blick

Nederlands

Uitgebreide vertaling voor lonken (Nederlands) in het Duits

lonken:

lonken werkwoord (lonk, lonkt, lonkte, lonkten, gelonkt)

lonken (oogje maken)
liebäugeln mit; flirten
- liebäugeln mit werkwoord
- flirten werkwoord (flirte, flirtest, flirtet, flirtete, flirtetet, geflirtet)
lonken (sjansen; flirten)
schäkern; flirten
- schäkern werkwoord (schäkere, schäkerst, schäkert, schäkerte, schäkertet, geschäkert)
- flirten werkwoord (flirte, flirtest, flirtet, flirtete, flirtetet, geflirtet)

Conjugations for lonken:

o.t.t.

lonk
lonkt
lonkt
lonken
lonken
lonken

o.v.t.

lonkte
lonkte
lonkte
lonkten
lonkten
lonkten

v.t.t.

heb gelonkt
hebt gelonkt
heeft gelonkt
hebben gelonkt
hebben gelonkt
hebben gelonkt

v.v.t.

had gelonkt
had gelonkt
had gelonkt
hadden gelonkt
hadden gelonkt
hadden gelonkt

o.t.t.t.

zal lonken
zult lonken
zal lonken
zullen lonken
zullen lonken
zullen lonken

o.v.t.t.

zou lonken
zou lonken
zou lonken
zouden lonken
zouden lonken
zouden lonken

diversen

lonk!
lonkt!
gelonkt
lonkend

1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor lonken:

Werkwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
flirten	flirten; lonken; oogje maken; sjansen	aan de scharrel zijn; flirten; scharrelen
liebäugeln mit	lonken; oogje maken	aan de scharrel zijn; flirten; scharrelen
schäkern	flirten; lonken; sjansen	dollen; gekheid maken; ravotten; stoeien; wild rennen; wild spelen; zich uitleven

Verwante woorden van "lonken":

lonk

lonk:

lonk [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

de lonk
der verstohlener Blick
- verstohlener Blick [der ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor lonk:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
verstohlener Blick	lonk

Verwante woorden van "lonk":

lonken