Overzicht
Nederlands naar Duits: Meer gegevens...
- lijk:
- lijken:
-
Wiktionary:
- lijk → Leiche, Leichnam, Liek
- lijk → Kadaver, Leichnam, Leiche, Aas
- lijken → gleichen, scheinen, ähneln
- lijken → aussehen, erscheinen, scheinen, ähneln, gleichen, dünken, zum Vorschein kommen, sich zeigen, auftauchen, zutage treten, an den Tag kommen, ans Licht kommen, als … dastehen, ähnlich
Nederlands
Uitgebreide vertaling voor lijk (Nederlands) in het Duits
lijk:
-
het lijk (kadaver)
Vertaal Matrix voor lijk:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
Aas | kadaver; lijk | aas; ellendeling; klier; kreng; lokaas; lokmiddel; mispunt; schoft; schurk; serpent; slang; smeerlap; stuk ongeluk; troel; troela; trut; vervelend kreng |
Kadaver | kadaver; lijk |
Verwante woorden van "lijk":
Wiktionary: lijk
lijk vorm van lijken:
-
lijken (schijnen; eruit zien; toeschijnen)
scheinen; beleuchten; ähneln; den Anschein haben; belichten-
den Anschein haben werkwoord (habe den Anschein, hast den Anschein, hat den Anschein, hatte den Anschein, hattet den Anschein, den Anschein gehabt)
Conjugations for lijken:
o.t.t.
- lijk
- lijkt
- lijkt
- lijken
- lijken
- lijken
o.v.t.
- leek
- leek
- leek
- leken
- leken
- leken
v.t.t.
- heb geleken
- hebt geleken
- heeft geleken
- hebben geleken
- hebben geleken
- hebben geleken
v.v.t.
- had geleken
- had geleken
- had geleken
- hadden geleken
- hadden geleken
- hadden geleken
o.t.t.t.
- zal lijken
- zult lijken
- zal lijken
- zullen lijken
- zullen lijken
- zullen lijken
o.v.t.t.
- zou lijken
- zou lijken
- zou lijken
- zouden lijken
- zouden lijken
- zouden lijken
diversen
- lijk!
- lijkt!
- geleken
- lijkend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
-
de lijken
Vertaal Matrix voor lijken:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
Leichen | lijken | |
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
beleuchten | eruit zien; lijken; schijnen; toeschijnen | belichten; beschijnen; licht laten vallen op; met licht beschijnen; verlichten |
belichten | eruit zien; lijken; schijnen; toeschijnen | belichten; beschijnen; licht laten vallen op; met licht beschijnen; verlichten |
den Anschein haben | eruit zien; lijken; schijnen; toeschijnen | |
scheinen | eruit zien; lijken; schijnen; toeschijnen | belichten; blaken; de schijn van iets hebben; dunken; er uitzien; excelleren; flikkeren; fonkelen; glanzen; glimmen; glinsteren; licht geven; licht laten vallen op; licht schijnen; licht uitzenden; ogen; onderscheiden; overtreffen; schijnen; schitteren; sprankelen; stralen; twinkelen; uitblinken; uitblinken boven; uitmunten; uitsteken |
ähneln | eruit zien; lijken; schijnen; toeschijnen | gelijken; gelijkenis vertonen met; lijken op |
- | schijnen |
Verwante woorden van "lijken":
Synoniemen voor "lijken":
Antoniemen van "lijken":
Verwante definities voor "lijken":
Wiktionary: lijken
lijken
Cross Translation:
verb
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• lijken | → aussehen; erscheinen | ↔ appear — To seem; to have a certain semblance; to look |
• lijken | → aussehen; scheinen | ↔ look — to appear, to seem |
• lijken | → ähneln; gleichen | ↔ resemble — to be like or similar to something else |
• lijken | → scheinen; dünken | ↔ seem — to appear |
• lijken | → scheinen; aussehen; erscheinen; zum Vorschein kommen; sich zeigen; auftauchen; zutage treten; an den Tag kommen; ans Licht kommen; als … dastehen | ↔ paraître — exposer à la vue, se faire ou se laisser voir, se manifester. |
• lijken | → ähneln; ähnlich; gleichen | ↔ ressembler — Avoir du rapport, de la conformité avec quelqu’un, avec quelque chose. (Sens général). |
• lijken | → scheinen | ↔ sembler — avoir l’air, l’apparence |