Overzicht
Nederlands naar Duits:   Meer gegevens...
  1. lidwoorden:
  2. lidwoord:
  3. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor lidwoorden (Nederlands) in het Duits

lidwoorden:

lidwoorden [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.

  1. de lidwoorden
    die Artikel
    • Artikel [die ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor lidwoorden:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Artikel lidwoorden artikel; artikelen; brokje; ding; eindje; essay; fragmentje; goed; item; klein stukje; koopwaar; lidwoord; object; partje; snippertje; stukje; verhandeling; voorwerp; voorwerpen; waar; wetsartikel; zaak
Not SpecifiedVerwante vertalingenAndere vertalingen
Artikel artikel; bericht; item

Verwante woorden van "lidwoorden":


lidwoord:

lidwoord [het ~] zelfstandig naamwoord

  1. het lidwoord
    Geschlechtswort; der Artikel

Vertaal Matrix voor lidwoord:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Artikel lidwoord artikel; artikelen; brokje; ding; eindje; essay; fragmentje; goed; item; klein stukje; koopwaar; lidwoorden; object; partje; snippertje; stukje; verhandeling; voorwerp; voorwerpen; waar; wetsartikel; zaak
Geschlechtswort lidwoord
Not SpecifiedVerwante vertalingenAndere vertalingen
Artikel artikel; bericht; item

Verwante woorden van "lidwoord":


Wiktionary: lidwoord

lidwoord
noun
  1. (grammatica, nld) staat voor een zelfstandig naamwoord, geeft de bepaaldheid aan; wordt ook gebruikt om het woordgeslacht aan te geven

Cross Translation:
FromToVia
lidwoord Artikel article — part of speech that specifies a noun
lidwoord Artikel article — mot-outil introduisant un syntagme nominal