Overzicht
Nederlands naar Duits:   Meer gegevens...
  1. lens:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor lens (Nederlands) in het Duits

lens:

lens [de ~] zelfstandig naamwoord

  1. de lens (contactlens)
    die Kontaktlinse; die Linse

Vertaal Matrix voor lens:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Kontaktlinse contactlens; lens
Linse contactlens; lens linze

Verwante woorden van "lens":

  • lenzen

Wiktionary: lens


Cross Translation:
FromToVia
lens Linse lens — object focusing or defocusing the light passing through it
lens Linse lens — device which focuses or defocuses electron beams
lens Linse lens — anatomy: transparent crystalline structure in the eye
lens leer; unvermögend vide — Qui ne contenir rien ; qui est totalement dépourvoir de.