Nederlands

Uitgebreide vertaling voor legeren (Nederlands) in het Duits

legeren:

legeren werkwoord (legeer, legeert, legeerde, legeerden, gelegeerd)

  1. legeren
    einquartieren; lagern; zelten; einnisten
    • einquartieren werkwoord (quartiere ein, quartierst ein, quartiert ein, quartierte ein, quartiertet ein, einquartiert)
    • lagern werkwoord (lagere, lagerst, lagert, lagerte, lagertet, gelagert)
    • zelten werkwoord (zelte, zeltest, zeltet, zeltete, zeltetet, gezeltet)
    • einnisten werkwoord (niste ein, nistest ein, nistet ein, nistete ein, nistetet ein, eingenistet)

Conjugations for legeren:

o.t.t.
  1. legeer
  2. legeert
  3. legeert
  4. legeren
  5. legeren
  6. legeren
o.v.t.
  1. legeerde
  2. legeerde
  3. legeerde
  4. legeerden
  5. legeerden
  6. legeerden
v.t.t.
  1. heb gelegeerd
  2. hebt gelegeerd
  3. heeft gelegeerd
  4. hebben gelegeerd
  5. hebben gelegeerd
  6. hebben gelegeerd
v.v.t.
  1. had gelegeerd
  2. had gelegeerd
  3. had gelegeerd
  4. hadden gelegeerd
  5. hadden gelegeerd
  6. hadden gelegeerd
o.t.t.t.
  1. zal legeren
  2. zult legeren
  3. zal legeren
  4. zullen legeren
  5. zullen legeren
  6. zullen legeren
o.v.t.t.
  1. zou legeren
  2. zou legeren
  3. zou legeren
  4. zouden legeren
  5. zouden legeren
  6. zouden legeren
en verder
  1. ben gelegeerd
  2. bent gelegeerd
  3. is gelegeerd
  4. zijn gelegeerd
  5. zijn gelegeerd
  6. zijn gelegeerd
diversen
  1. legeer!
  2. legeert!
  3. gelegeerd
  4. legerend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor legeren:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
einnisten legeren binnen gaan; nestelen; penetreren; zijn nest maken
einquartieren legeren accommoderen; herbergen; huisvesten; huizen; iemand huisvesten; iemand onderdak verlenen; inkwartieren; militairen bij burgers inlegeren; onderbrengen; onderdak geven; onderdak verlenen; onderdak verschaffen; plaatsen
lagern legeren bergen; bewaren; deponeren; kamperen; leggen; neerleggen; opruimen; opslaan; plaatsen; wegleggen
zelten legeren kamperen

Verwante woorden van "legeren":


Wiktionary: legeren

legeren
verb
  1. een leger inkwartieren
  2. verschillende metalen tot een verbinding samensmelten

Cross Translation:
FromToVia
legeren legieren alloy — mix or combine
legeren verbinden; legieren; mischen; vermischen allierunir par une entente, un pacte. Ce verbe est alors généralement pronominal.

legeren vorm van leger:

leger [het ~] zelfstandig naamwoord

  1. het leger (krijgsmacht; legermacht; strijdmacht; troepenmacht)
    die Armee; die Kriegsmacht; die Landtruppen; Militär; die Streitmacht; die Landmacht; Heer; die Heeresmacht
  2. het leger (strijdmacht; heir; legermacht; krijgsmacht)
    die Armee; die Kriegsmacht; Militär; die Landmacht; die Heeresmacht; die Streitmacht; Heer
  3. het leger (hol van een dier; hol; schuilplaats)
    der Käfig; der Verschlag
    • Käfig [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Verschlag [der ~] zelfstandig naamwoord
  4. het leger (hazenleger; lager)
    Lager; der Lagerplatz; Kamp
    • Lager [das ~] zelfstandig naamwoord
    • Lagerplatz [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Kamp [das ~] zelfstandig naamwoord

leger bijvoeglijk naamwoord

  1. leger (militair)
    militär; militärisch

Vertaal Matrix voor leger:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Armee heir; krijgsmacht; leger; legermacht; strijdmacht; troepenmacht heerschaar; krijgsmacht; legers; legerschaar; manschappen; strijdkrachten
Heer heir; krijgsmacht; leger; legermacht; strijdmacht; troepenmacht landleger; landmacht; legers; manschappen; strijdkrachten
Heeresmacht heir; krijgsmacht; leger; legermacht; strijdmacht; troepenmacht strijdkrachten
Kamp hazenleger; lager; leger kamp; legerplaats; vakantiekamp
Kriegsmacht heir; krijgsmacht; leger; legermacht; strijdmacht; troepenmacht strijdkrachten
Käfig hol; hol van een dier; leger; schuilplaats kooi; kooitje; vogelkooi; vogelkooitje
Lager hazenleger; lager; leger berging; bergplaats; bewaarplaats; depot; legerplaats; licht bier; ligopslagplaats; magazijn; opslag; opslagplaats; opslagruimte; pakhuis; pils; provisiekamer; voorraad; voorraadkamer; voorraadmagazijn; voorraadplaats; voorraadschuur; warenhuis
Lagerplatz hazenleger; lager; leger bergplaats; depot; legerplaats; locatie; opslagplaats; opslagruimte; pakhuis; voorraadschuur; warenhuis
Landmacht heir; krijgsmacht; leger; legermacht; strijdmacht; troepenmacht landleger; landmacht; strijdkrachten
Landtruppen krijgsmacht; leger; legermacht; strijdmacht; troepenmacht landleger; landmacht
Militär heir; krijgsmacht; leger; legermacht; strijdmacht; troepenmacht militair; soldaat; strijdkrachten
Streitmacht heir; krijgsmacht; leger; legermacht; strijdmacht; troepenmacht strijdkrachten
Verschlag hol; hol van een dier; leger; schuilplaats box; dierenverblijfplaats; hok; hokje; kooi; opbergruimte; vogelkooi
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
militär leger; militair
militärisch leger; militair

Verwante woorden van "leger":


Synoniemen voor "leger":


Verwante definities voor "leger":

  1. groep militairen die vecht voor een land1
    • het Duitse leger viel Nederland binnen1
  2. grote groep1
    • er was een leger mensen op de been1

Wiktionary: leger

leger
noun
  1. een militaire strijdmacht
leger
noun
  1. die gesamten organisierten militärischen Streitkräfte eines Staates

Cross Translation:
FromToVia
leger Streitkräfte armed forces — the military forces of a nation
leger Armee; Heer; Landstreitkräfte army — military force concerned mainly with ground operations
leger Heer host — multitude of people arrayed as an army
leger Heer; Armee; Militär military — armed forces
leger Scheibe; Schicht gisement — marine|fr situation des côtes de la mer.