Nederlands
Uitgebreide vertaling voor laten liggen (Nederlands) in het Duits
laten liggen:
-
laten liggen (laten voorbijgaan)
Conjugations for laten liggen:
o.t.t.
- laat liggen
- laat liggen
- laat liggen
- laten liggen
- laten liggen
- laten liggen
o.v.t.
- liet liggen
- liet liggen
- liet liggen
- lieten liggen
- lieten liggen
- lieten liggen
v.t.t.
- heb laten liggen
- hebt laten liggen
- heeft laten liggen
- hebben laten liggen
- hebben laten liggen
- hebben laten liggen
v.v.t.
- had laten liggen
- had laten liggen
- had laten liggen
- hadden laten liggen
- hadden laten liggen
- hadden laten liggen
o.t.t.t.
- zal laten liggen
- zult laten liggen
- zal laten liggen
- zullen laten liggen
- zullen laten liggen
- zullen laten liggen
o.v.t.t.
- zou laten liggen
- zou laten liggen
- zou laten liggen
- zouden laten liggen
- zouden laten liggen
- zouden laten liggen
diversen
- laat liggen!
- laat liggen!
- laten liggen
- liggen latend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Vertaal Matrix voor laten liggen:
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
hinterlassen | laten liggen; laten voorbijgaan | achterlaten; laten; legateren; nalaten; permitteren; teruglaten; toelaten; vererven; vermaken |