Nederlands
Uitgebreide vertaling voor languit (Nederlands) in het Duits
languit:
-
languit (languit liggend; liggend; uitgestrekt; gestrekt)
ausgestreckt; liegend; ausgestreckt liegend; ausgedehnt-
ausgestreckt bijvoeglijk naamwoord
-
liegend bijvoeglijk naamwoord
-
ausgestreckt liegend bijvoeglijk naamwoord
-
ausgedehnt bijvoeglijk naamwoord
-
Vertaal Matrix voor languit:
Bijwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
ausgedehnt | gestrekt; languit; languit liggend; liggend; uitgestrekt | in details; lang en smal; langgerekt; uitgestrekt; uitgewerkt |
ausgestreckt | gestrekt; languit; languit liggend; liggend; uitgestrekt | gestrekt; lang en smal; langgerekt; uitgerekt; uitgestrekt |
ausgestreckt liegend | gestrekt; languit; languit liggend; liggend; uitgestrekt | |
liegend | gestrekt; languit; languit liggend; liggend; uitgestrekt |