Overzicht
Nederlands naar Duits: Meer gegevens...
- lam:
-
Wiktionary:
- lam → Lamm
- lam → Lammfleisch, Lamm, lahm
Nederlands
Uitgebreide vertaling voor lam (Nederlands) in het Duits
lam:
-
lam (kreupel; mank)
verkrüppelt; lahm; hinkend; träge; verstümmelt-
verkrüppelt bijvoeglijk naamwoord
-
lahm bijvoeglijk naamwoord
-
hinkend bijvoeglijk naamwoord
-
träge bijvoeglijk naamwoord
-
verstümmelt bijvoeglijk naamwoord
-
-
lam (verlamd)
-
het lam (lammetje)
Vertaal Matrix voor lam:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
Lamm | lam; lammetje | |
Lämmchen | lam; lammetje | |
Bijwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
gelähmt | lam; verlamd | |
hinkend | kreupel; lam; mank | |
lahm | kreupel; lam; mank; verlamd | bleekjes; futloos; krukkig; lamlendig; lusteloos; mat; onbeholpen; onhandig; pips; schutterig; slap; slapjes; slungelig; stumperig; stuntelig; sukkelig; wee; ziekelijk; zwak |
träge | kreupel; lam; mank | aarzelend; besluitloos; bezadigd; dralend; futloos; gezapig; laks; lamlendig; langzaam; leuterig; lijzig; log; loom; lusteloos; mat; slap; slepend; sloom; talmend; traag; treuzelachtig; treuzelend; vadsig; weifelend |
verkrüppelt | kreupel; lam; mank | mismaakt; misvormd; vergroeid; verminkt; verminkte |
verstümmelt | kreupel; lam; mank | verminkt; verminkte |