Overzicht
Nederlands naar Duits:   Meer gegevens...
  1. laatstelijk:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor laatstelijk (Nederlands) in het Duits

laatstelijk:

laatstelijk bijwoord

  1. laatstelijk
    neulich
  2. laatstelijk (onlangs; kortgeleden; recentelijk; )
    letztens; vor kurzem; neulich; jüngst

Vertaal Matrix voor laatstelijk:

BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
jüngst kortelings; kortgeleden; laatst; laatstelijk; onlangs; pas; recentelijk jongst
letztens kortelings; kortgeleden; laatst; laatstelijk; onlangs; pas; recentelijk
neulich kortelings; kortgeleden; laatst; laatstelijk; onlangs; pas; recentelijk daarnet; juist; net; pas; zojuist; zonet
vor kurzem kortelings; kortgeleden; laatst; laatstelijk; onlangs; pas; recentelijk