Overzicht
Nederlands naar Duits:   Meer gegevens...
  1. kwijlen:
  2. kwijl:
  3. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor kwijlen (Nederlands) in het Duits

kwijlen:

kwijlen werkwoord (kwijl, kwijlt, kwijlde, kwijlden, gekwijld)

  1. kwijlen (zeveren)
    sabbeln; sabbern; trielen; geifern
    • sabbeln werkwoord
    • sabbern werkwoord (sabbere, sabberst, sabbert, sabberte, sabbertet, gesabbert)
    • trielen werkwoord
    • geifern werkwoord (geifre, geiferst, geifert, geiferte, geifertet, gegeifert)

Conjugations for kwijlen:

o.t.t.
  1. kwijl
  2. kwijlt
  3. kwijlt
  4. kwijlen
  5. kwijlen
  6. kwijlen
o.v.t.
  1. kwijlde
  2. kwijlde
  3. kwijlde
  4. kwijlden
  5. kwijlden
  6. kwijlden
v.t.t.
  1. heb gekwijld
  2. hebt gekwijld
  3. heeft gekwijld
  4. hebben gekwijld
  5. hebben gekwijld
  6. hebben gekwijld
v.v.t.
  1. had gekwijld
  2. had gekwijld
  3. had gekwijld
  4. hadden gekwijld
  5. hadden gekwijld
  6. hadden gekwijld
o.t.t.t.
  1. zal kwijlen
  2. zult kwijlen
  3. zal kwijlen
  4. zullen kwijlen
  5. zullen kwijlen
  6. zullen kwijlen
o.v.t.t.
  1. zou kwijlen
  2. zou kwijlen
  3. zou kwijlen
  4. zouden kwijlen
  5. zouden kwijlen
  6. zouden kwijlen
diversen
  1. kwijl!
  2. kwijlt!
  3. gekwijld
  4. kwijlend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

kwijlen [znw.] zelfstandig naamwoord

  1. kwijlen
    Mondschleimm verlieren; Sabbern

Vertaal Matrix voor kwijlen:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Mondschleimm verlieren kwijlen
Sabbern kwijlen zeveren
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
geifern kwijlen; zeveren donderen; onweren; slijm opgeven; slijmen
sabbeln kwijlen; zeveren
sabbern kwijlen; zeveren
trielen kwijlen; zeveren

Verwante woorden van "kwijlen":


Wiktionary: kwijlen

kwijlen
verb
  1. een vloed van speeksel dat uit de mond loopt
kwijlen
verb
  1. Speichel aus dem Mund fließen lassen

Cross Translation:
FromToVia
kwijlen sabbern dribble — to let saliva drip from the mouth
kwijlen sabbern drivel — to have saliva drip from the mouth
kwijlen sabbern slaver — to drool saliva
kwijlen sabbern slobber — To allow saliva or liquid to run from one's mouth

kwijl:

kwijl [de ~] zelfstandig naamwoord

  1. de kwijl (speeksel; spog; spuug)
    der Speichel; der Schleim
    • Speichel [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Schleim [der ~] zelfstandig naamwoord
  2. de kwijl (slijmachtig speeksel)
    der Sabber; der Speichel; der Schleim
    • Sabber [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Speichel [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Schleim [der ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor kwijl:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Sabber kwijl; slijmachtig speeksel slijm
Schleim kwijl; slijmachtig speeksel; speeksel; spog; spuug fluim; kwat; rochel; slijm
Speichel kwijl; slijmachtig speeksel; speeksel; spog; spuug

Verwante woorden van "kwijl":


Wiktionary: kwijl


Cross Translation:
FromToVia
kwijl Sabber; Geifer drivel — saliva, drool
kwijl Speichel bavesalive épaisse et visqueux qui découler de la bouche.
kwijl Speichel salive — physiologie|fr liquide clair, alcalin, produire par les glande salivaire placées autour de la bouche et qui commencer la digestion des aliments.