Nederlands

Uitgebreide vertaling voor kruispunten (Nederlands) in het Duits

kruispunten:

kruispunten [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.

  1. de kruispunten
    die Kreuzungen; der Schnittpunkte

Vertaal Matrix voor kruispunten:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Kreuzungen kruispunten
Schnittpunkte kruispunten

Verwante woorden van "kruispunten":


kruispunt:

kruispunt [het ~] zelfstandig naamwoord

  1. het kruispunt (punt waar lijnen elkaar kruisen; kruising)
    die Kreuzung; der Kreuzpunkt; die Kreuzungsstelle; die Straßenkreuzung; der Schnittpunkt; der Punkt wo Linien sich kreuzen
  2. het kruispunt (verkeersknooppunt; knooppunt)
    der Verkehrsknotenpunkt; der Knotenpunkt; der Mittelpunkt; der Kreuzpunkt; die Kreuzung; der Schnittpunkt; die Straßenkreuzung; die Gabelung; die Kreuzungsstelle
  3. het kruispunt (wegkruising; kruising; splitsing; wegsplitsing; kruising van straten)
    die Kreuzung; die Gabelung; die Abzweigung; die Straßenkreuzung

Vertaal Matrix voor kruispunt:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Abzweigung kruising; kruising van straten; kruispunt; splitsing; wegkruising; wegsplitsing aftakking; driesprong; splitsing; tweesprong; vertakking; wegsplitsing
Gabelung knooppunt; kruising; kruising van straten; kruispunt; splitsing; verkeersknooppunt; wegkruising; wegsplitsing aftakking; driesprong; opsplitsing; overtocht; overvaart; splitsing; tweesprong; vertakking; wegsplitsing; zijtak
Knotenpunkt knooppunt; kruispunt; verkeersknooppunt
Kreuzpunkt knooppunt; kruising; kruispunt; punt waar lijnen elkaar kruisen; verkeersknooppunt
Kreuzung knooppunt; kruising; kruising van straten; kruispunt; punt waar lijnen elkaar kruisen; splitsing; verkeersknooppunt; wegkruising; wegsplitsing kruising; mengvorm; overtocht; overvaart; tussenvorm; viersprong
Kreuzungsstelle knooppunt; kruising; kruispunt; punt waar lijnen elkaar kruisen; verkeersknooppunt overtocht; overvaart
Mittelpunkt knooppunt; kruispunt; verkeersknooppunt binnenste; centrum; kern; kernpunt; middelpunt; middelste; midden
Punkt wo Linien sich kreuzen kruising; kruispunt; punt waar lijnen elkaar kruisen
Schnittpunkt knooppunt; kruising; kruispunt; punt waar lijnen elkaar kruisen; verkeersknooppunt snijpunt
Straßenkreuzung knooppunt; kruising; kruising van straten; kruispunt; punt waar lijnen elkaar kruisen; splitsing; verkeersknooppunt; wegkruising; wegsplitsing overtocht; overvaart
Verkehrsknotenpunkt knooppunt; kruispunt; verkeersknooppunt

Verwante woorden van "kruispunt":


Wiktionary: kruispunt


Cross Translation:
FromToVia
kruispunt Kreuzung crossroads — intersection
kruispunt Kreuzung intersection — junction of two or more paths, etc
kruispunt Schnittpunkt intersection — in geometry
kruispunt Kreuzung carrefour — Endroit où, dans les villes et à la campagne, se croisent plusieurs rues, routes, chemins.