Overzicht
Nederlands naar Duits:   Meer gegevens...
  1. krik:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor krik (Nederlands) in het Duits

krik:

krik [de ~] zelfstandig naamwoord

  1. de krik
    der Wagenheber; der Hebebock
  2. de krik (dommekracht)
    der Hebebaum
    • Hebebaum [der ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor krik:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Hebebaum dommekracht; krik hefbok; hefboom; hefinstallatie; hijsarm; hijsblok; hijstoestel; katrol; lichter; takel; takelblok
Hebebock krik
Wagenheber krik

Verwante woorden van "krik":

  • krikken

Verwante definities voor "krik":

  1. werktuig om een auto een stukje op te tillen1
    • schuif de krik onder de auto dan kun je de band verwisselen1

Wiktionary: krik


Cross Translation:
FromToVia
krik Wagenheber jack — device for raising and supporting a heavy object

Computer vertaling door derden: