Overzicht
Nederlands naar Duits: Meer gegevens...
- kreupel:
-
Wiktionary:
- kreupel → lahm, hinkend, Krüppel, verkrüppelt
Nederlands
Uitgebreide vertaling voor kreupel (Nederlands) in het Duits
kreupel:
-
kreupel (lam; mank)
verkrüppelt; lahm; hinkend; träge; verstümmelt-
verkrüppelt bijvoeglijk naamwoord
-
lahm bijvoeglijk naamwoord
-
hinkend bijvoeglijk naamwoord
-
träge bijvoeglijk naamwoord
-
verstümmelt bijvoeglijk naamwoord
-
Vertaal Matrix voor kreupel:
Bijwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
hinkend | kreupel; lam; mank | |
lahm | kreupel; lam; mank | bleekjes; futloos; krukkig; lam; lamlendig; lusteloos; mat; onbeholpen; onhandig; pips; schutterig; slap; slapjes; slungelig; stumperig; stuntelig; sukkelig; verlamd; wee; ziekelijk; zwak |
träge | kreupel; lam; mank | aarzelend; besluitloos; bezadigd; dralend; futloos; gezapig; laks; lamlendig; langzaam; leuterig; lijzig; log; loom; lusteloos; mat; slap; slepend; sloom; talmend; traag; treuzelachtig; treuzelend; vadsig; weifelend |
verkrüppelt | kreupel; lam; mank | mismaakt; misvormd; vergroeid; verminkt; verminkte |
verstümmelt | kreupel; lam; mank | verminkt; verminkte |
Verwante woorden van "kreupel":
Wiktionary: kreupel
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• kreupel | → lahm | ↔ lame — unable to walk properly because of a problem with one's feet or legs |
• kreupel | → hinkend; lahm | ↔ boiteux — (term, substantif de l’adjectif) personne qui boite. |
• kreupel | → Krüppel, verkrüppelt | ↔ éclopé — (familier, fr) Qui affliger d’une incommodité qui rendre la marche pénible. |