Overzicht
Nederlands naar Duits:   Meer gegevens...
  1. krediet:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor krediet (Nederlands) in het Duits

krediet:

krediet [het ~] zelfstandig naamwoord

  1. het krediet (credit)
    Kredit; Passiva; Lob; Darlehen; Kompliment
    • Kredit [das ~] zelfstandig naamwoord
    • Passiva [das ~] zelfstandig naamwoord
    • Lob [das ~] zelfstandig naamwoord
    • Darlehen [das ~] zelfstandig naamwoord
    • Kompliment [das ~] zelfstandig naamwoord
  2. het krediet
    Kredit
    • Kredit [das ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor krediet:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Darlehen credit; krediet geldlening; hypotheek; kredietverlening; lening; voorschot
Kompliment credit; krediet compliment; complimentje; vleierij
Kredit credit; krediet activa; baten; bezit; geldlening; hypotheek; kredietverlening; lening; tegoed
Lob credit; krediet
Passiva credit; krediet aansprakelijkheid; passiva

Verwante woorden van "krediet":

  • kredieten

Wiktionary: krediet

krediet
noun
  1. meist gegen Zahlung von Zinsen zur Verfügung gestelltes fremdes Kapital

Cross Translation:
FromToVia
krediet Kredit credit — privilege of delayed payment
krediet Ehre; Ruhm kudos — praise, accolades

Verwante vertalingen van krediet