Home ->Woordenboeken ->Nederlands/Duits ->Vertaal kranen

Vertaal kranen van Nederlands naar Duits

Overzicht

Nederlands naar Duits: Meer gegevens...

kranen:
- Kräne
kraan:
- Absperrhahn; Kran; Wasserkran; Hähne; Wasserhahn; Hahn; Wasserhähne
- Hebezeug
Wiktionary:
- kraan → Wasserhahn, Kran, Hahn, Zapfen, Spund, Mischbatterie, Armatur
- kraan → Hahn

Nederlands

Uitgebreide vertaling voor kranen (Nederlands) in het Duits

kranen:

kranen [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.

de kranen (tappen)
die Kräne
- Kräne [die ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor kranen:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
Kräne	kranen; tappen

Verwante woorden van "kranen":

kraan

kranen vorm van kraan:

kraan [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

de kraan
der Absperrhahn
- Absperrhahn [der ~] zelfstandig naamwoord
de kraan (waterkraan)
der Kran; der Wasserkran; die Hähne; der Wasserhahn; der Hahn; die Wasserhähne
- Kran [der ~] zelfstandig naamwoord
- Wasserkran [der ~] zelfstandig naamwoord
- Hähne [die ~] zelfstandig naamwoord
- Wasserhahn [der ~] zelfstandig naamwoord
- Hahn [der ~] zelfstandig naamwoord
- Wasserhähne [die ~] zelfstandig naamwoord

kraan [de ~] zelfstandig naamwoord

de kraan (hijsinstallatie; hijskraan; hijstoestel)
Hebezeug
- Hebezeug [das ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor kraan:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
Absperrhahn	kraan	afsluitkraan
Hahn	kraan; waterkraan	haan; haantje; jong mannelijk hoen; macho; mannelijk hoen; trekker van vuurwapen
Hebezeug	hijsinstallatie; hijskraan; hijstoestel; kraan	hef- en hijswerktuigen; hijsblok; hijstoestel; katrol; takel; takelblok
Hähne	kraan; waterkraan
Kran	kraan; waterkraan
Wasserhahn	kraan; waterkraan
Wasserhähne	kraan; waterkraan
Wasserkran	kraan; waterkraan

Verwante woorden van "kraan":

kranen, kraantje, kraantjes

Verwante definities voor "kraan":

machine waar je mee hijst¹
- de kraan tilde de betonnen plaat op de wagen¹
wat je opendraait om er vloeistof uit te laten stromen¹
- er kwam warm water uit de kraan¹

Wiktionary: kraan

kraan

Abschlussstück, Endstück einer Wasserleitung
- Wasserhahn → waterkraan; kraan

noun

Technik: eine mechanische Vorrichtung, mit der der Durchfluss von Flüssigkeiten oder Gasen gesteuert werden kann
- Hahn → tap; kraan

Cross Translation:

From	To	Via
• kraan	→ Kran	↔ crane — machinery
• kraan	→ Hahn; Kran; Zapfen; Spund; Mischbatterie; Wasserhahn; Armatur	↔ tap — device to dispense liquid
• kraan	→ Wasserhahn; Kran	↔ water tap — a spout connected to a socket to provide water from the main water supply
• kraan	→ Hahn; Wasserhahn; Zapfen	↔ robinet — Pièce servant à retenir un fluide.

¹Muiswerk Woordenboek