Overzicht
Nederlands naar Duits:   Meer gegevens...
  1. kou:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor kou (Nederlands) in het Duits

kou:

kou [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

  1. de kou (koude)
    die Kälte; die Kühle; die Kühlheit
    • Kälte [die ~] zelfstandig naamwoord
    • Kühle [die ~] zelfstandig naamwoord
    • Kühlheit [die ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor kou:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Kälte kou; koude frisheid; koelheid; koelte; koudheid
Kühle kou; koude afstandelijkheid; frisheid; gereserveerdheid; kilheid; kilte; koelheid; koelte; ongezelligheid
Kühlheit kou; koude frisheid; kilheid; kilte; koelheid; koelte; ongezelligheid

Verwante woorden van "kou":


Verwante definities voor "kou":

  1. het heersen van een lage temperatuur1
    • we kregen veel kou in januari1

Wiktionary: kou

kou
noun
  1. lage temperatuur
  2. een virusinfectie aan keel of neus
kou
noun
  1. westmitteldeutsch, umgangssprachlich: vorübergehendes, leichtes Unwohlsein; Erkältung

Verwante vertalingen van kou