Overzicht
Nederlands
Uitgebreide vertaling voor korsten (Nederlands) in het Duits
korsten:
-
korsten
schorfig werden-
schorfig werden werkwoord
-
Conjugations for korsten:
o.t.t.
- korst
- korst
- korst
- korsten
- korsten
- korsten
o.v.t.
- korstte
- korstte
- korstte
- korstten
- korstten
- korstten
v.t.t.
- heb gekorst
- hebt gekorst
- heeft gekorst
- hebben gekorst
- hebben gekorst
- hebben gekorst
v.v.t.
- had gekorst
- had gekorst
- had gekorst
- hadden gekorst
- hadden gekorst
- hadden gekorst
o.t.t.t.
- zal korsten
- zult korsten
- zal korsten
- zullen korsten
- zullen korsten
- zullen korsten
o.v.t.t.
- zou korsten
- zou korsten
- zou korsten
- zouden korsten
- zouden korsten
- zouden korsten
en verder
- heb gekorst
- hebt gekorst
- heeft gekorst
- hebben gekorst
- hebben gekorst
- hebben gekorst
diversen
- korst!
- korst!
- gekorst
- korstend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
-
de korsten (wondkorsten; roven)
Vertaal Matrix voor korsten:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
Schorfe | korsten; roven; wondkorsten | |
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
schorfig werden | korsten |
Verwante woorden van "korsten":
korst:
Vertaal Matrix voor korst:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
Borke | korst; roof; wondkorst | bast; korstje; schors; stukje schors |
Kruste | korst; roof; wondkorst | korstje |
Schorf | korst; roof; wondkorst | korstje |
Verwante woorden van "korst":
Wiktionary: korst
korst
Cross Translation:
noun
-
een harde buitenste laag om iets dat verder relatief zacht is
- korst → Kruste
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• korst | → Kruste | ↔ crust — any solid, hard surface layer |
• korst | → Kruste | ↔ crust — outermost layer of a planet |
• korst | → Kruste | ↔ crust — outer layer of bread |
• korst | → Scherzl; Ranft; Knust; Knapp; Kanten; Anschnitt; Abschnitt | ↔ heel — end-piece of a loaf of bread |
• korst | → Schorf | ↔ scab — incrustation over a wound |
• korst | → Kruste; Rinde | ↔ croûte — Pellicule solide couvrant une partie plus molle. |