Overzicht
Nederlands naar Duits:   Meer gegevens...
  1. koningin:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor koningin (Nederlands) in het Duits

koningin:

koningin [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

  1. de koningin (moederbij)
    die Königin; die Fürstin; die Kaiserin; die Bienenkönigin

Vertaal Matrix voor koningin:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Bienenkönigin koningin; moederbij bijenkoningin
Fürstin koningin; moederbij keizerin; vorstin
Kaiserin koningin; moederbij keizerin; vorstin
Königin koningin; moederbij

Verwante woorden van "koningin":

  • koninginnen

Wiktionary: koningin

koningin
noun
  1. regering|nld adel|nld het vrouwelijk hoofd van een koninkrijk
koningin
noun
  1. Eier legendes Tier bei staatenbildenden Hautflüglern und Termiten
  2. nach der Kaiserin höchste monarchische Würdenträgerin eines Staates (Königreichs)

Cross Translation:
FromToVia
koningin Fürstin princess — female monarch, or wife of a ruler
koningin Königin queen — female monarch
koningin Dame queen — chess piece
koningin Königin queen — reproductive female animal in a hive
koningin Königin; Dame reine — Femme mariée à un roi ou souveraine héréditaire

Verwante vertalingen van koningin