Overzicht
Nederlands naar Duits:   Meer gegevens...
  1. konijn:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor konijn (Nederlands) in het Duits

konijn:

konijn [het ~] zelfstandig naamwoord

  1. het konijn
    Kaninchen; Karnickel
  2. het konijn
    Kaninchen

Vertaal Matrix voor konijn:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Kaninchen konijn
Karnickel konijn
- konijntje

Verwante woorden van "konijn":

  • konijnen

Wiktionary: konijn

konijn
  1. zoogdier dat ook gedomesticeerd kan worden gehouden
konijn
noun
  1. Zoologie: ein dem Hase ähnlich aussehendes Tier, aber kleiner und mit kürzeren Ohren
  2. Zoologie, umgangssprachlich auch: Kaninchen (Oryctolagus cuniculus)

Cross Translation:
FromToVia
konijn Hoppelhäslein; Häslein; Häschen; Hase; Kaninchen; Schlappohr; Karnickel bunny — young rabbit
konijn Kaninchen; Karnickel; Schlappohr rabbit — mammal
konijn Hase; Kaninchen lapin — Mammifère lagomorphe