Overzicht
Nederlands naar Duits: Meer gegevens...
- knokkel:
-
Wiktionary:
- knokkel → Knöchel, Fingerknöchel
- knokkel → Knochen, Fingerknöchel
Nederlands
Uitgebreide vertaling voor knokkel (Nederlands) in het Duits
knokkel:
-
de knokkel
Vertaal Matrix voor knokkel:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
Knöchel | knokkel | knekel; knekels |
Knöchelgelenk | knokkel | enkelgewricht |
Verwante woorden van "knokkel":
Wiktionary: knokkel
knokkel
Cross Translation:
noun
-
het gewricht dat de vingers met de hand verbindt, vooral zichtbaar als men de vingers buigt
- knokkel → Knöchel; Fingerknöchel
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• knokkel | → Knochen; Fingerknöchel | ↔ knuckle — joint of the finger |