Overzicht
Nederlands naar Duits:   Meer gegevens...
  1. knevels:
  2. knevel:
  3. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor knevels (Nederlands) in het Duits

knevels:

knevels [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.

  1. de knevels (ketenen; kluisters)
    die Fessel
    • Fessel [die ~] zelfstandig naamwoord
  2. de knevels (snorren; snorbaarden)
    der Schnurrbärte; der Schnauzbärte

Vertaal Matrix voor knevels:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Fessel ketenen; kluisters; knevels aaneengeschakelde ringen om iemand mee vast te binden; boei; boeien; handboeien; handijzers; keten; ketting; kluister
Schnauzbärte knevels; snorbaarden; snorren
Schnurrbärte knevels; snorbaarden; snorren

Verwante woorden van "knevels":


knevels vorm van knevel:

knevel [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de knevel (snor; snorbaard)
    der Schnurrbart

Vertaal Matrix voor knevel:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Schnurrbart knevel; snor; snorbaard

Verwante woorden van "knevel":


Wiktionary: knevel


Cross Translation:
FromToVia
knevel Schnurrbart moustache — anatomie|fr poils qui pousser au- dessus de la lèvre supérieure.