Nederlands

Uitgebreide vertaling voor knapheid (Nederlands) in het Duits

knapheid:

knapheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

  1. de knapheid (schoonheid)
    die Fähigkeit; die Klugheit; die Gescheitheit; die Geschicklichkeit; die Intelligenz

Vertaal Matrix voor knapheid:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Fähigkeit knapheid; schoonheid aanleg; begaafdheid; bekwaamheid; capaciteit; gave; incasseringsvermogen; inhoud; knobbel; kracht; kunde; kundigheid; kwaliteit; omvatte ruimte; scherpzinnigheid; talent; ter zake kundigheid; veerkracht; vermogen; vernuft; weerstand; weerstandsvermogen
Gescheitheit knapheid; schoonheid
Geschicklichkeit knapheid; schoonheid aanleg; begaafdheid; bekwaamheid; capaciteit; gave; handigheid; kneep; knobbel; kundigheid; kunst; scherpzinnigheid; talent; toer; truc; vaardigheid; vernuft
Intelligenz knapheid; schoonheid brein; brille; denkvermogen; geestvermogen; genie; hersens; intellect; intelligentie; pienterheid; rede; schranderheid; slimheid; vernuft; verstand; verstandelijk vermogen
Klugheit knapheid; schoonheid adremheid; beleid; bij de pinken zijn; bijdehandheid; brein; gevatheid; goochemheid; hersens; intelligentie; pienterheid; scherpheid; scherpte; scherpzinnigheid; schranderheid; slimheid; snedigheid; spitsheid; spitsvondigheid; uitgeslapenheid; verstand

Verwante woorden van "knapheid":


Wiktionary: knapheid


Cross Translation:
FromToVia
knapheid Schöne; Schönheit beauté — Qualité de ce qui est beau, de ce qui est esthétique à la perception
knapheid Intelligenz; Verstand intelligencefaculté de comprendre, de ne pas se méprendre sur le sens des mots, la nature des choses et la signification des faits.

knapheid vorm van knap:

knap bijvoeglijk naamwoord

  1. knap (leuk van uiterlijk)
    hübsch; gutaussehend
  2. knap (leuk om te zien)
    schlau; pfiffig; fiffig; geschickt; gescheit; aufgeweckt
  3. knap (goed ogend; mooi; welgevallig; attractief; fraai)
    schön; hübsch; attraktiv; süß; gutaussehend; angenehm; zierlich; schmuck; flott; schick; anziehend; fesch; reizend
  4. knap (ingenieus; vindingrijk; briljant; )
    kundig; fähig; fachmännisch; geschickt; klug; sachverständig; schlau; scharfsinnig; gescheit; geübt; geistreich; tüchtig; gewandt; geschult; handlich; aufgeweckt; gekonnt; behende; ausgelernt; scharfsichtig
  5. knap (mooi; schoon; welgemaakt; bevallig)
    schön; hübsch; nett; gutaussehend; attraktiv; schmuck
  6. knap (bekoorlijk; mooi; aantrekkelijk; )
    schön; lieblich; hübsch; entzückend; graziös; gefällig; charmant; attraktiv; allerliebst; reizend; anmutig; goldig
  7. knap (intelligent)
    klug; gescheit; tüchtig

Vertaal Matrix voor knap:

Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
- begaafd; bijdehand; intelligent; pienter; slim
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
allerliebst aanlokkelijk; aantrekkelijk; attractief; bekoorlijk; bevallig; charmant; knap; mooi aardig; alleraardigst; allerliefst; bekoorlijk; bevallig; charmant; dierbare; dottig; enig; geliefde; lief; lieflijk; prettig; schattig; snoezig; vertederend
angenehm attractief; fraai; goed ogend; knap; mooi; welgevallig aangenaam; aardig; attent; behaaglijk; behulpzaam; bevallig; bijzonder aangenaam; charmant; comfortabel; favoriet; fijn; geestig; geinig; gemakkelijk; genoeglijk; geriefelijk; geschikt; goedaardig; goedhartig; grappig; het meest gewild; heugelijk; heuglijk; hulpvaardig; jofel; knus; koddig; komiek; komisch; lachwekkend; lekker; leuk; lief; lollig; plezant; plezierig; prettig; slank en smal; sympathiek; tof; verblijdend; voorkomend; vriendelijk; zachtaardig
anmutig aanlokkelijk; aantrekkelijk; attractief; bekoorlijk; bevallig; charmant; knap; mooi aanbiddelijk; aanlokkelijk; aantrekkelijk; aanvallig; aardig; alleraardigst; allerliefst; attractief; begeerenswaardig; bekoorlijk; bevallig; charmant; chic; elegant; esthetisch; geraffineerd; gracieus; liefelijk; lieflijk; lieftallig; modieuze verfijning; prettig; schattig; sierlijk; smaakvol; stijlvol; uitlokkend; uitnodigend; verfijnd; verleidelijk; verlokkend; verrukkelijk; verzoekend
anziehend attractief; fraai; goed ogend; knap; mooi; welgevallig aanlokkelijk; aantrekkelijk; aantrekkelijke; attractief; bekoorlijk; uitlokkend; uitnodigend; verleidelijk; verlokkend; verzoekend
attraktiv aanlokkelijk; aantrekkelijk; attractief; bekoorlijk; bevallig; charmant; fraai; goed ogend; knap; mooi; schoon; welgemaakt; welgevallig aanbiddelijk; aanlokkelijk; aantrekkelijk; aantrekkelijke; aardig; attractief; begeerenswaardig; bekoorlijk; charmant; decoratief; leuk; lief; schattig; sympathiek; uitlokkend; uitnodigend; verleidelijk; verlokkend; verrukkelijk; verzoekend
aufgeweckt briljant; ingenieus; knap; kundig; kunstig; leuk om te zien; vaardig; vindingrijk ad rem; adrem; alert; bijdehand; clever; energiek; geagiteerd; geanimeerd; gevat; kien; levendig; oplettend; pienter; raak; scherpzinnig; schrander; slagvaardig; slim; snedig; snugger; uitgeslapen; verhit; vief; vol fut; wakker
ausgelernt briljant; ingenieus; knap; kundig; kunstig; vaardig; vindingrijk volleerd
behende briljant; ingenieus; knap; kundig; kunstig; vaardig; vindingrijk adrem; bijdehand; clever; gevat; kien; pienter; raak; rap; scherpzinnig; schrander; slim; snedig; snugger; uitgeslapen; vingervlug
charmant aanlokkelijk; aantrekkelijk; attractief; bekoorlijk; bevallig; charmant; knap; mooi aardig; aimabel; alleraardigst; allerliefst; beheksend; bekoorlijk; betoverend; bevallig; charmant; prettig
entzückend aanlokkelijk; aantrekkelijk; attractief; bekoorlijk; bevallig; charmant; knap; mooi aangenaam; aanvallig; aardig; alleraardigst; allerliefst; beeldschoon; behaaglijk; beheksend; bekoorlijk; betoverend; bevallig; charmant; elegant; fijn; genegenheid opwekkend; glorierijk; gracieus; innemend; leuk; luisterrijk; lustrijk; magnifiek; minzaam; oogverblindend; plezant; plezierig; prachtig; prettig; schattig; schitterend; sierlijk; snoeperig; snoezig; verblindend; wonderschoon
fachmännisch briljant; ingenieus; knap; kundig; kunstig; vaardig; vindingrijk bedreven; bekwaam; competent; deskundig; geniaal; geoefend; gespecialiseerd; oordeelkundig; specialistisch; ter zake kundig; vakbekwaam; vakkundig; vernuftig
fesch attractief; fraai; goed ogend; knap; mooi; welgevallig flitsend; geestig; geinig; grappig; hip; koddig; komiek; komisch; lachwekkend; leuk; lollig; snel; trendy; vlot
fiffig knap; leuk om te zien
flott attractief; fraai; goed ogend; knap; mooi; welgevallig aanlokkelijk; aantrekkelijk; ad rem; adrem; attractief; bekoorlijk; bezet; bijdehand; clever; druk; drukbezet; flitsend; gevat; hip; kien; pienter; raak; schrander; slagvaardig; slim; snedig; snel; snugger; trendy; uitgeslapen; uitnodigend; verleidelijk; vlot; wakker
fähig briljant; ingenieus; knap; kundig; kunstig; vaardig; vindingrijk bekwaam; capabel; competent; fysiek in staat; geschikt; in staat
gefällig aanlokkelijk; aantrekkelijk; attractief; bekoorlijk; bevallig; charmant; knap; mooi aangenaam; aardig; attent; behulpzaam; bereidwillig; dienstbaar; dienstwillig; gedienstig; gedwee; gehoorzaam; geschikt; gewillig; goedaardig; goedhartig; heugelijk; heuglijk; hulpvaardig; inschikkelijk; meegaand; plezierig; soepel; tegemoetkomend; toegeeflijk; toegevend; toeschietelijk; tof; verblijdend; voorkomend; vriendelijk; welwillend; willig; zachtaardig
geistreich briljant; ingenieus; knap; kundig; kunstig; vaardig; vindingrijk geestig; geinig; gevat; grappig; koddig; komiek; komisch; lachwekkend; leuk; lollig; scherpzinnig; schrander; slim; snedig; uitgeslapen
gekonnt briljant; ingenieus; knap; kundig; kunstig; vaardig; vindingrijk geniaal; vernuftig
gescheit briljant; ingenieus; intelligent; knap; kundig; kunstig; leuk om te zien; vaardig; vindingrijk adrem; bedachtzaam; bijdehand; clever; correct; doordacht; geniaal; gevat; intelligent; kien; nadenkend; pienter; raadzaam; raak; scherpzinnig; schrander; slim; snedig; snugger; spits; uitgekookt; uitgeslapen; vernuftig; verstandig; weldenkend; wijs; wijselijk; zinnig
geschickt briljant; ingenieus; knap; kundig; kunstig; leuk om te zien; vaardig; vindingrijk adrem; bedachtzaam; behendig; bekwaam; bijdehand; bruikbare; clever; correct; doordacht; gevat; handig; kien; kundig; nadenkend; pienter; raadzaam; raak; scherpzinnig; schrander; slim; snedig; snugger; uitgeslapen; vaardig; verstandig; weldenkend; wijs; wijselijk; zinnig
geschult briljant; ingenieus; knap; kundig; kunstig; vaardig; vindingrijk bedreven; bekwaam; belezen; doorkneed; erudiet; ervaren; gediplomeerd; gekwalificeerd; geleerd; geletterd; geoefend; geschoold; gestudeerd; hooggeleerd; intelligent; onderwezen; ontwikkeld; slim; wijs; zeer geleerd; zeer ontwikkeld
gewandt briljant; ingenieus; knap; kundig; kunstig; vaardig; vindingrijk achterbaks; adrem; arglistig; behendig; bekwaam; bijdehand; clever; doorkneed; doortrapt; ervaren; gehaaid; gemeen; geniepig; geraffineerd; geslepen; gevat; gewiekst; gluiperig; handig; kien; kundig; leep; link; listig; pienter; raak; schrander; slim; slinks; sluw; snedig; snood; snugger; stiekem; uitgekookt; uitgeslapen; vaardig
geübt briljant; ingenieus; knap; kundig; kunstig; vaardig; vindingrijk adrem; bedreven; behendig; bekwaam; bijdehand; clever; doorkneed; ervaren; geoefend; gevat; handig; kien; kundig; pienter; raak; schrander; slim; snedig; snugger; uitgeslapen; vaardig
goldig aanlokkelijk; aantrekkelijk; attractief; bekoorlijk; bevallig; charmant; knap; mooi aardig; allerliefst; bevallig; charmant; dottig; enig; lief; lieflijk; prettig; schattig; snoezig; vertederend
graziös aanlokkelijk; aantrekkelijk; attractief; bekoorlijk; bevallig; charmant; knap; mooi aanvallig; alleraardigst; allerliefst; bekoorlijk; bevallig; charmant; chic; elegant; esthetisch; geraffineerd; gracieus; modieuze verfijning; sierlijk; smaakvol; stijlvol; verfijnd
gutaussehend attractief; bevallig; fraai; goed ogend; knap; leuk van uiterlijk; mooi; schoon; welgemaakt; welgevallig aanlokkelijk; aantrekkelijk; aantrekkelijke; aardig; attractief; bekoorlijk; decoratief; leuk; lief; sympathiek; uitnodigend; verleidelijk
handlich briljant; ingenieus; knap; kundig; kunstig; vaardig; vindingrijk armzalig; behendig; bekwaam; eenvoudig te bedienen; gemakkelijk te hanteren; handelbaar; handig; handzaam; hanteerbaar; karig; kundig; mager; makkelijk in het gebruik; pover; schamel; schraal; vaardig
hübsch aanlokkelijk; aantrekkelijk; attractief; bekoorlijk; bevallig; charmant; fraai; goed ogend; knap; leuk van uiterlijk; mooi; schoon; welgemaakt; welgevallig aangekleed; aanlokkelijk; aantrekkelijk; aanvallig; aardig; alleraardigst; allerliefst; attractief; bekoorlijk; bevallig; charmant; elegant; gekleed; gracieus; leuk; leukjes; lief; lieflijk; prettig; sierlijk; sympathiek; uitlokkend; uitnodigend; verleidelijk; verlokkend; verzoekend
klug briljant; ingenieus; intelligent; knap; kundig; kunstig; vaardig; vindingrijk adrem; behendig; bekwaam; belezen; bevattelijk; bijdehand; clever; erudiet; geletterd; geniaal; gestudeerd; gevat; gis; goedleers; handig; hooggeleerd; intelligent; kien; kundig; ontwikkeld; pienter; raak; rationeel; redelijk; schrander; slim; snedig; snugger; uitgeslapen; vaardig; vernuftig; verstandelijk; vlug van begrip; wijs; zeer geleerd; zeer ontwikkeld
kundig briljant; ingenieus; knap; kundig; kunstig; vaardig; vindingrijk bedreven; bekwaam; geniaal; geoefend; vernuftig
lieblich aanlokkelijk; aantrekkelijk; attractief; bekoorlijk; bevallig; charmant; knap; mooi aanvallig; aardig; bevallig; charmant; elegant; gracieus; liefelijk; lieflijk; lieftallig; prettig; sierlijk
nett bevallig; knap; mooi; schoon; welgemaakt aangenaam; aardig; allerliefst; attent; behaaglijk; behulpzaam; beminnelijk; bevallig; charmant; clever; dottig; enig; fijn; geschikt; goedaardig; goedhartig; hulpvaardig; kien; leuk; lief; pienter; plezant; plezierig; prettig; schattig; schrander; slim; snoezig; snugger; sympathiek; tof; uitgeslapen; vertederend; voorkomend; vriendelijk; zachtaardig
pfiffig knap; leuk om te zien adrem; behendig; bekwaam; bij de pinken; bijdehand; clever; geestig; gehaaid; geinig; geslepen; gevat; gewiekst; goochem; grappig; handig; kien; koddig; komiek; komisch; kundig; lachwekkend; leep; leuk; lollig; pienter; raak; scherpzinnig; schrander; slim; sluw; snedig; snugger; spits; spitsvondig; uitgekiend; uitgekookt; uitgeslapen; vaardig
reizend aanlokkelijk; aantrekkelijk; attractief; bekoorlijk; bevallig; charmant; fraai; goed ogend; knap; mooi; welgevallig aanbiddelijk; aanlokkelijk; aantrekkelijk; aanvallig; aardig; alleraardigst; allerliefst; attractief; begeerenswaardig; beheksend; bekoorlijk; beminnelijk; betoverend; bevallig; charmant; complimenteus; dottig; elegant; enig; flatterend; gracieus; leuk; leukjes; lief; lieflijk; prettig; schattig; sierlijk; snoeperig; snoezig; strelend; sympathiek; uitlokkend; uitnodigend; verleidelijk; verlokkend; verrukkelijk; vertederend; verzoekend; vleiend
sachverständig briljant; ingenieus; knap; kundig; kunstig; vaardig; vindingrijk bedachtzaam; bedreven; bekwaam; competent; correct; deskundig; doordacht; geniaal; geoefend; nadenkend; oordeelkundig; pienter; raadzaam; ter zake kundig; vakbekwaam; vakkundig; vernuftig; verstandig; weldenkend; wijs; wijselijk; zinnig
scharfsichtig briljant; ingenieus; knap; kundig; kunstig; vaardig

Verwante woorden van "knap":


Synoniemen voor "knap":


Antoniemen van "knap":


Verwante definities voor "knap":

  1. met aanleg voor iets1
    • wat rekenen betreft is hij erg knap1
  2. hij snapt het vlug, reageert snel1
    • Theo is de knapste van de klas1
  3. mooi om te zien1
    • alle meisjes zijn verliefd op knappe Theo1

Wiktionary: knap

knap
adjective
  1. verstandig
  2. aantrekkelijk

Cross Translation:
FromToVia
knap stattlich; hübsch handsome — of man: agreeable to the eye or to correct taste
knap schön; nett; hübsch nice — attractive
knap schön; gut; angenehm beau — D’aspect agréable à l’œil ou à l’oreille.